Diverse locaties, Den Haag – 8 april 2022
De meest belangrijke gast op deze editie van het Rewire Festival is Meredith Monk. Ondanks dat ze dit jaar tachtig wordt, nog volop aan het werk. Vooral de vrijdag staat, met twee films, een gefilmde registratie van haar opera ‘Quarry’ en een live optreden in de avond, in het teken van haar werk. Maar er is meer dat het benoemen waard is, zoals de prachtige uitvoering van Ryoji Ikeda’s ‘100 Cymbals’ en optredens van Bendik Giske en Claire Rousay.
Toen Meredith Monk half jaren ’60 begon met haar stemkunst was ze een eenling, het tij is inmiddels gekeerd en nu is ze voor velen een voorbeeld. Maar wat ze doet heeft nog niets aan zeggingskracht ingeboet. Of we nu naar ‘Quarry’ kijken, dat ze half jaren ’70 componeerde of luisteren naar haar vrij recente ‘Cellular Songs’ maakt daarbij in wezen niets uit. Haar signatuur is onmiskenbaar. Er is de zang, vaak gebruik makend van louter klank of niet bestaande woorden, er is de grote nadruk op beweging en beelden – niets gebeurt hier toevallig – en er is die directe link met de geschiedenis van de mens. De stem is het oudste instrument en daar wordt je je bij Monk zeer bewust van. Neem ‘Cellular Songs’, geïnspireerd door hoe wij de optelsom zijn van onze samenwerkende cellen, iets dat ze met vier andere vrouwen uit haar Vocal Ensemble op prachtige, vaak ontroerende wijze vorm geeft. Met een gruwelijk conflict elders in Europa in het achterhoofd, komt het nog harder binnen dan normaal al het geval zou zijn. Monk weidt er geen woord aan, maar had het zeker in gedachten. Na de films in de middag kun je niet anders concluderen. ‘Quarry’ gaat over de gruwelen van fascisme en dictatuur en in haar prachtige film ‘Book of Days’ uit 1989 staat het leven van de Joden, ze is zelf van Joodse afkomst, in een middeleeuws Italiaans stadje centraal. Gevaar loert altijd, ook op de momenten waarop het goed gaat. Tot de pest komt, die geen verschil maakt tussen Christenen en Joden.
Wanneer gaat stilte over in muziek? En wanneer geluid? Het zijn vragen die je aan de Japanse kunstenaar Ryoji Ikeda zou kunnen stellen. Al jaren beweegt hij zich in het veld tussen visuele kunst, noise en muziek. Hij schreef baanbrekende werken voor elektronica, maar ook voor slagwerk. En als we ons op dat laatste richten komen we al snel uit bij Les Percussions de Strasbourg dat ook hier acte de préséance geeft met ‘100 Cymbals’. Ze staan strak in het gelid op het podium, tien rijen van tien, cymbalen van verschillende grootte door elkaar. De percussionisten bewegen zich hier in strakke geometrische figuren doorheen. Eerst met gummistokken wrijvend over de cymbalen, later met lichte aanslag. Een subtiele wolk van klank ontvouwt zich, met een rijke schakering aan microtonale klanken, tot helemaal aan het eind er één percussionist ineens vol uithaalt, gevolgd door een tweede en zo steeds sneller, tot na de laatste het geheel stilvalt. Benedik Giske doet op een bepaalde wijze iets soortgelijks, alleen dan met veel meer dynamiek en volume. Deze tenorsaxofonist wordt vaak vergeleken met Colin Stetson. Dat is te begrijpen, beide spelen saxofoon en beide werken met repetitieve motieven die de luisteraar in een vorm van trance brengen. Alleen waar Stetson zijn inspiratie haalt bij de jazz, daar haalt Giske hem uit de dance. Zijn muziek is dan ook ritmischer. Vaak begint het uiterst subtiel, waarna hij, met looping technieken, een steeds vollere klank weet te creëren, uiteindelijk zodanig dat je denkt met meer dan één saxofonist van doen te hebben.
Claire Rousay kwam hier eerder uitgebreid voorbij aan de hand van twee albums en de thema’s die ik daar benoemde, komen ook goed naar voren in het wonderlijke optreden in de Lutherse Kerk, waar ze samen met een gelegenheidsensemble, twee violen en een harp, delen uitvoert van haar nieuwe project ‘Everything Perfect is Already Here’. Terwijl je denkt dat ze de set nog aan het voorbereiden zijn, blijken ze al begonnen, iets dat Rousay aan het einde herhaalt: de stemopnames klinken nog terwijl de musici al van het podium zijn. Eerder constateerde ik dat het voor Rousay niet om haar persoon gaat, iets dat ze ook hier in alles uitstraalt. Maar wat een optreden. De variatie is eindeloos groot, maar alles valt op wonderlijke wijze met elkaar samen, bewegend tussen performance, noise, ambient, hedendaags gecomponeerd en stemkunst. Als het klaar is, ben je even van je a propos, wat was dit?