Zoals beloofd vandaag aandacht voor de Deense, maar tegenwoordig in Noorwegen woonachtige Signe Emmeluth. Ze timmert stevig aan de weg. Vorig jaar verscheen haar eerste solo album bij Relative Pitch Records, ‘Hi Hello I’m Signe’ en eerder dit jaar bracht ze samen met bassist Magnus Skavhaug Nergaard en drummer Dag Erik Knedal Andersen bij Astral Spirits de cassette ‘The A-Z of Microwave Cookery’ uit. Verder is ze te horen op het bij Hubro verschenen ‘Dugnad’ van Skarbø Skulekorps en op het bij ODIN verschenen ‘Plastic Wave’ van het Trondheim Jazz Orchestra dat later nog aan bod komt.
“Playing solo is for me, a laboratory and a playground where impulses, curiosity and spontaneity are the cornerstones, it is an oppurtunity to press pause, and observe the instrument and its possibilities and timbre, shape, and my own phisically, in relation to the shape of the music”. Dit zijn de woorden van Emmeluth en ze zijn onverkort van toepassing op dit bijzondere ‘Hi Hello I’m Signe’. De titel suggereert een soort van kennismaking en dat is het ook, een kennismaking met een bijzondere saxofoniste die het aandurft om, samen met ons als luisteraars, een muzikale ontdekkingstocht te ondernemen. Zoekend naar klanken, de mogelijkheden van haar altsax verkennend. Soms ingetogen, tegen de stilte aanschurkend, soms heftig piepend, uit de band springend.
Zeer onstuimig klinken de eerste twee stukken van ‘A-Z of Microwave Cookery’. Met name in ‘Boiling Water’ klinkt Emmeluth’s altsax verontrustend, terwijl ze stevig tegengas krijgt van Knedal Andersen en Skavhaug Nergaard. Gelukkig kunnen we even bijkomen bij ‘Shortcut Clam Chowder’. Emmeluth verrijkt hier met spaarzame, maar gerichte uitingen een gruizig klanklandschap. Maar de rust is zoals wel vaker op dit soort albums slechts tijdelijk. In ‘Drying Flowers’ leggen bas en drums weer een stevig tapijt, waar Emmeluth wederom dankbaar gebruik van maakt. Krachtige, lange lijnen blaast ze hier. Maar hoe onstuimig ook, er kan altijd nog een tandje bij, bijvoorbeeld middels een heerlijk gruizige partij in ‘Amazing Fudge’ op een wel heel straf ritme.
Øyvind Skarbø had geluk, zijn oudere zussen maakten cassettes voor hem toen hij jong was, ze vormen alsnog de inspiratie voor het vorig jaar verschenen ‘Dugnad’ van zijn band Skarbø Skulekorps. “I never start with an agenda when I compose” zegt Skarbø, “I write what wants to come out, and then only later try to string it togeter.” Het zal Eirik Hegdal, die ook op dit album te horen is, verheugen. De muziek van deze band klinkt al net zo onvoorspelbaar en gevarieerd als die van hemzelf en ook Emmeluth zal zich hier goed thuis voelen. Het tweede stuk heet niet voor niets ‘Kassett’, want het lijkt hier wel of Skarbø een aantal fragmenten van die cassette achter elkaar gezet heeft, het betere knip-en-plak-werk, om dan aansluitend met een heuse ballade, ‘Triple F’ op de proppen te komen. Ten minste zo lijkt het aanvankelijk, niets is immers minder waar, hij mengt er even vrolijk hip-hop en overstuurde rock door heen. En zo gaat het maar door, stomende rock in ‘F-Punk’, free jazz in ‘PGA The Fruit’, met een krachtige bijdrage van Emmeluth, vreemdsoortige hip hop in Elia en disco in ’40 x 10. Kortom dit album is zelf één grote mixtape. En het is dat je weet dat Skarbø het allemaal bedacht heeft, anders zou je het niet geloven.
De albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: