Twee saxofonistes, ze delen hun initialen, delen de altsax als primair instrument en delen de meer experimentele jazz als uitingsvorm. Ik heb het over de Duitse Silke Eberhard en de Deense Signe Emmeluth. Ik haal die namen nog wel eens door elkaar en daarom geef ik ze nu maar allebei een podium. Vandaag Eberhard, morgen Emmeluth. ‘Being the Up and Down’ van Eberhards trio, met verder bassist Jan Roder en drummer Kay Lübke verscheen vorig jaar bij Intakt Records. Verder verscheen er deze maand bij Trouble in the East Records een nieuw album van haar bigband Potsa Lotsa XL, ‘Gaya’ en is ze als gast te horen op het bij 577Records verschenen ‘At Kühlspot’ van het Takatsuki Trio.
Ruim een decennium heeft ze dit trio en dit ‘Being the Up and Down’ is het vierde album, deels live opgenomen en deels in de studio. Haar kenmerkende stijl klinkt voor het eerst in ‘Strudel’. Flitsend snelle, moeiteloos meanderende patronen weeft ze door het overdonderende ritme van Roder en Lübke. Dit is hardcore jazz. In ‘Von & Nach 8’ maakt abstractie plaats voor een rafelige melodie, zeker zo charmant, verder mag hier Lübkes dwingende drumsolo worden genoemd. Maar het is niet allemaal onbegrensde hectiek wat we hier horen, in het middendeel gaat het er beduidend rustiger aan toe Zo is ‘Laika’s Descent’ is een prachtige ballade, waarin we Eberhard opvallend ingetogen horen, mooi ook in combinatie met dat toch stevige ritme, iets dat ook geldt voor ‘Zeitluppenbossa’. Nog verstilder klinkt Roders solo in ‘Hymne’, een moment van rust in een verder sterk ritmisch stuk. De laatste drie stukken zijn weer wat dynamischer, met als hoogtepunt het heerlijk stroeve ‘Damenschrank’.
Potsa Lotsa bestaat sinds 2010 en wisselt van vorm al naar gelang Eberhards behoefte. Meer dan haar trio is deze bigband, voor ‘Gaya’ bestaand uit elf leden, een vehicle om haar eigen composities uit te kunnen voeren, al is ze ook zeker als solist aanwezig. Eind 2019 ontmoette ze Youjin Sung, actief op de gayageum, een Koreaans snaarinstrument. Eberhard schafte er zelf één aan en sloeg aan het componeren, wat weer resulteerde in de LP ‘Gaya’. En natuurlijk, dit instrument geeft een bijzondere kleur aan dit album, maar dat is niet alles, de klank blijkt ook nog eens zeer goed te passen bij de muziek die Eberhard voor dit ensemble schreef: een boeiende en over het algemeen vrij ingetogen combinatie van experimentele jazz en hedendaags gecomponeerd. En soms ontspoort het geheel op grootse wijze, zoals halverwege ‘셋 (sed)’, iets waar vooral Eberhard zelf, met een hoog piepende altsax, debet aan is. Eén stuk waarin die diverse muzikale werelden prachtig samen komen is het ritmische ‘넷 (ned)’, met prachtige solo’s van trombonist Gerhard Gschlößl en bassist Igor Spallati.
In de tweede helft van 2020 organiseerde het Takatsuki Trio, bestaande uit pianist Rieko Okuda, bassist Antti Virtaranta en gitarist Joshua Weitzel een maandelijks concert in de Berlijnse Kühlspot Social Club, met iedere keer een andere gast. In augustus was dat Silke Eberhard, het resultaat is een bijna veertig minuten durende improvisatie. Eberhard mag beginnen, sputterend, onderzoekend, ongewone klanken uit haar instrument persend. De anderen voegen zich erbij, leidend tot een ietwat hectisch en bijzonder abstract klankspel, waarin vooral Eberhard en Weitzel mooi buiten de lijntjes kleuren, tot Okuda middels zijn solo even de melodie zoekt. En verderop zitten prachtige duetten, van Okuda met Virtananta en van Eberhard met Weitzel, waarin de musici het grensgebied tussen klank en stilte verkennen. Op andere momenten is de muziek heerlijk spontaan, rijk aan klanken en onverwachte vondsten en het is juist dat wat vrije improvisatie zo de moeite waard maakt.
Van ‘Being the Up and Down’ zijn via Bandcamp twee stukken te beluisteren, de overige twee albums zijn in zijn geheel te beluisteren. Alle albums zijn hier ook te koop: