De Bussel (Liever in de KluiZ dan ThuiZ), Oosterhout – 23 maart 2022
Op 29 november 2017 zou de legendarische gitarist John Abercrombie optreden in De Bijloke, Gent. Ik zou hem eindelijk eens gaan horen en zien, het was er nooit eerder van gekomen. Het mocht niet zo zijn, enkele maanden daarvoor, om precies te zijn op 22 augustus overleed hij, Vijf jaar later durft gitarist Ed Verhoeff, die hem zo ongeveer al zijn hele professionele leven bewonderd, het aan om een ode te brengen, de komende twee weken op meerdere plekken te horen, maar met de aftrap bij Liever in de KluiZ dan ThuiZ. Hij doet dat samen met twee musici die Abercrombie meer dan goed kenden en intensief met hem samenwerkten: drummer Adam Nussbaum en bassist Hein van de Geyn.
En dat hoor je zonder meer terug. Nussbaum en Van de Geyn kennen iedere noot van Abercrombie’s muzikale universum van buiten en Verhoeff laat zich evenmin onbetuigd. En van de makke waar tribute bands nogal eens aan leiden, het haalt het niet bij het origineel, heeft dit trio totaal geen last. Het speelplezier spat er vanaf en Verhoeff vervalt met zijn pittige spel zeker niet in knip-en-plak-gedrag. Met veel respect voor de meester wordt hier een prachtig portret neergezet, waarin we een mooi beeld krijgen van de typische kwaliteiten van deze gitarist. Wellicht zijn de wat rustigere nummers daarbij wel het meest kenmerkend. Als geen andere gitarist / componist was hij in staat om de diepe zielenroerselen te verklanken. Middels zijn sterke melodieën, altijd voorzien van een ritmische onderstroom en zijn messcherpe gitaarklank, wist hij binnen de kortste keren moeiteloos door te dringen tot de kern. Met stukken als het in de tweede set gespeelde ‘That’s For Sure’ en ‘Ralph’s Piano Waltz’ kruipt hij zonder meer onder de huid. Maar mooier is wellicht wel dat Verhoeff dat ook kan, spelend met eenzelfde soort van intensiteit, maar wel in zijn eigen metier.
Andere stukken zijn wat feller en geven vooral Nussbaum en Van de Geyn mogelijkheden om te schitteren. Een vroeg stuk als ‘Arcade’ en het overrompelende ‘Open Land’ zijn daar treffende voorbeelden van. Verplaats je bij dat laatste stuk maar naar zo’n lege snelweg, midden door die uitgestrekte Amerikaanse vlaktes, raampje open, maar pas op, rijdt niet te hard. Abercrombie was componist, speelde geïmproviseerd, maar mocht ook graag standards spelen. Eén daarvan was het door hem geliefde ‘Alone Together’ van Chet Baker. Van de Gheyn begint met een rustieke bassolo, Nussbaum voegt zich erbij en tot slot Verhoeff. En ook hier horen we Abercrombie’s kwaliteiten weer terug, in de manier waarop hij gepolijst spel en groove naadloos met elkaar weet te verbinden, zonder één van beiden uit het oog te verliezen. Het wordt nog duidelijker bij ‘Sure Would’, een stuk van Nussbaum en ‘Mixed Up’ van Van de Geyn. Beide prachtige stukken, de eerste gaand richting de blues, met een heerlijke gruizige solo van Verhoeff, de twee leunend tegen de rock, dichter staand bij John Scofield dan bij Abercrombie. Kwalitatief zeker hoogstand, maar wat beide stukken missen is die peilloze diepgang waar Abercrombie het patent op had en waar we weer eens een avond lang optimaal van konden genieten.