Ches Smith is zonder enige twijfel één van de meest interessante drummers / percussionisten in de Amerikaanse jazz. Zijn grote mate van diversiteit komt schitterend naar voren in twee albums die het laatste half jaar het licht zagen, het vorig jaar verschenen dubbelalbum ‘Path of Seven Colors’ van zijn We All Break en het begin mei verschijnende ‘Interpret it Well’ van het kwartet dat hij vormt met pianist Craig Taborn, altviolist Mat Maneri en gitarist Bill Frisell. Beide albums verschenen bij het door pianiste Kris Davis opgerichte Pyroclastic Records.
Laat ik beginnen met ‘Path of Seven Colors’ van We All Break. In 2000, toen Smith de vraag kreeg van een Haïtiaans dansgezelschap om muziek te schrijven voor een choreografie was hij naar eigen zeggen volledig blanco waar het deze muziek betrof, maar hij zei ja en raakte verslingerd aan de muziek, met name vanwege grote rol die percussie hierin speelt: “I was captivated, likely because things central in the various musics I play – polyrhythm; polytonality; improvisation; ex-tended timbral awareness; (massive) tension and (occasional) release; channeled aggression and power; and most vitally surprise – I found again, and anew, in this traditional form”. Vijftien jaar later vroeg hij, de hier opvallend percussief spelende, pianist Matt Mitchell en de percussionisten Daniel Brevil en Markus Schwartz om samen met hem een album op te nemen, nu als bonus Cd bij dit nieuwe album gevoegd. Hoezeer de Haïtiaanse muziek de jazz van Smith verreikt wordt op deze schijf reeds mooi duidelijk, bijvoorbeeld in ‘Reds’ en ‘Country Line’, met name vanwege de polyritmiek, mooi ook hoe Smith in ‘Reds’ het verderop naadloos laat overgaan in de meer traditionele muziek.
Voor dit nieuwe album, opgenomen in 2020, breidde hij de band uit met saxofonist Miguel Zenón, bassist Nick Dunston, de percussionist Fanfan Jean Guy Rene en de vocaliste Sirene Dantor Rene. De vocale muziek, uiterst ritmisch, vaak gepaard gaand met handgeklap, neemt een voorname plaats in op dit bijzondere album. Pas in het derde stuk, ‘Women of Iron’ krijgt de jazz wat meer een plaats, met name door de gloedvolle solo van Zenón op sopraansax en het ritmische spel van Mitchell. Een ander hoogtepunt waar eens te meer de toegevoegde waarde van het vermengen van deze twee muzikale werelden uit blijkt is ‘Raw Urbane’.
Smith vormt sinds 2016 een trio met Taborn en Maneri. Tijdens een tour in 2018 hoorde Frisell het trio en informeerde achteraf bij Smith naar de muziek. Van het één kwam het ander en toen de wereld in 2020 ineens stil kwam te staan, was er eindelijk tijd om samen ‘Interpret it Well’ op te nemen. Een album waarop we Smith niet alleen achter de drums horen, maar ook achter dat andere slagwerkinstrument dat tegenwoordig in de jazz niet meer zo’n heel grote rol speelt: de vibrafoon. Het geluid van dit instrument valt vaak opvallend goed samen met dat van de piano, soms is nauwelijks te horen wie er aan zet is. Maar ook met de gitaar en de altviool erbij zijn er prachtige klankwerelden te creëren, bijvoorbeeld in het titelstuk ‘Interpret it Well’. Begint dit aanvankelijk als een introverte klankstructuur, verderop neemt de dynamiek toe en draait de muziek overtuigend richting de rock. En de fans van Frisell moeten zeker uitwijken naar ‘Mixed Mataphor’, prachtig ingetogen spel hier van de meester, aangevuld met al even fraaie klanken van Maneri. En overigens loopt ook hier de spanning verderop behoorlijk op, met een heerlijk felle solo van Maneri. Een procedé dat het kwartet ook toepast in de twee andere lange stukken op dit album, ‘Clear Major’ en ‘I Need More’. Alleen ‘Morbid’ verloopt van begin tot eind zeer ingetogen.
‘Path of Seven Colours is te beluisteren via Bandcamp, dat zal later deze maand ook het geval zijn met ‘Interpret it Well’. De albums zijn daar ook te koop:
Bekijk hier een optreden in het New Yorkse Roulette van Smith, Taborn, Maneri en Frisell:
Ches Smith / Craig Taborn / Mat Maneri / Bill Frisell from Roulette Intermedium on Vimeo.