Bassist en bouwer van contrabassen Matthieu Millet is een graag geziene gast op het in het Franse Lille gevestigde Circum Disc. Hij vormt samen met saxofonist JB Rubin en drummer Frédéric L’homme More Soma, wat begin vorig jaar ‘Hondendodendans’ uitbracht; zit samen met gitarist Christophe Maerten, drummer Charles Duytschaever en Rubin in _UnK, dat eveneens vorig jaar ‘_UnK NoW_’ het licht deed zien en zit met saxofonist Benoit Baud en drummer / vibrafonist Éric Navet in het kwartet van gitarist Eric Dubois, waarvan vorige maand het debuutalbum verscheen.
Circum is een plaatselijk collectief van experimentele jazzmusici, bestaand sinds 2000. In 2004 kwam het platenlabel erbij en sindsdien worden er driftig Cd’s uitgebracht. over het algemeen getuigend van een grote mate van creativiteit. Zo geven de drie leden van More Soma met hun debuut ‘Hondendodendans’ een vrij stevig visitekaartje af. In ‘GOD A’ en ‘B’ verrassen L’homme en Millet met een strak ritmisch tapijt waar Rubin, afwisselend op altsax en baritonsax vrij onverstoorbaar doorheen koerst. Aan rock verwante jazz van drie heren die de punkattitude hoog in het vaandel hebben. Een bijzonder moment treffen we in ‘GOD B’, een opvallende dialoog tussen Millet en Rubin. Na twee vrij stevige stukken gaat in ‘DOG A’ het tempo aanvankelijk wat naar beneden, maar schijn bedriegt, want ook hier loopt verderop de spanning weer op. Tot slot klinkt het opvallend ritmische ‘DOG B’ met een wel heel originele bijdrage van Rubin op baritonsax.
Het lage streepje voor UnK heeft een betekenis. Op Bandcamp vinden we: “We don’t really know how to pronounce _UNK or which letter is missing… ! _UNK invites, leaves open and then tries to create surprise, starting with its name proposed as an enigma but also through the music that the quartet gives to hear”. ‘_UnK NoW_’ ligt ritmisch dicht tegen ‘Hondendodendans’, we herkennen de bijdrages van Millet en Rubin, maar dit album is wat afwisselender. Dat is zeker te danken aan het feit dat _UnK een kwartet is en gitarist Christophe Maerten, met zijn vaak stevige, tegen rock aanschurende gitaarspel voegt zondermeer een extra dimensie toe. Een ander verschil is dat de muziek hier op bepaalde momenten, bijvoorbeeld in het eerste deel van ‘Andinople’ en het fragiele ‘O Sacrum Convivium’, aangenaam melodieus klinkt. Op andere momenten, bijvoorbeeld in ‘Starkestre’ en ‘Patate Douce’, benemen de ritmische dynamiek en de creatieve geluidsuitbarstingen echter je zowat de adem.
Het gelijknamige debuut van het Eric Dubois Quartet is van een totaal andere orde. Je kunt dit gerust een klassiek jazzalbum noemen met de zeer virtuoos spelende Dubois als onbetwiste leider. Hier geen uitstapjes naar rock en punk, geen stomende ritmes, maar vaak opvallend ingetogen, vrij melodieuze jazz, wat overigens niet wil zeggen dat het niet ook hier soms flink schuurt, zoals in ‘Danse de Plus’. En Benoit Baud, regelmatig te horen op sopraansax, een instrument dat hier prima past, is een totaal ander saxofonist dan Rubin. Uitgerekte solo’s horen we hier waarbij niet het ritme, maar de melodie centraal staat, iets dat het spel van Dubois overigens ook onderscheidt van dat van Maerten. Opvallend is natuurlijk wel dat onze bassist zich in alle drie de projecten prima thuis lijkt te voelen, een veelzijdig man. Een mooie toevoeging is ook de vibrafoon van Navet, zie bijvoorbeeld zijn bijdrage in het rustieke ‘Contrepoint Bavardages’ en de prachtige solo in ‘La Voix’.
Van alle albums zijn een paar stukken te beluisteren via Bandcamp. De albums zijn daar ook te koop.