We vervolgen ons Gordon Grdina portret. Kwamen gisteren hier de twee solo albums en een duo album aan bod, vandaag besteden we aandacht aan het bij Not Two Records verschenen ‘The Purity of Desire’ waarop hij te horen is samen met tenorsaxofonist Ivo Perelman en percussionist Hamin Honari; het bij zijn eigen Attaboygirl Records verschenen ‘Klotski’ van zijn Square Peg kwartet en tot slot het eveneens in eigen beheer uitgebrachte ‘Night’s Queietest Hour’ van de bigband Haram.
‘The Purity of Desire’ wordt met name gekleurd door het instrumentarium van Honari. Met zijn tombak, daf en overige percussie geeft hij een exotische teint aan de muziek, iets dat eigenlijk ook geldt voor Grdina die we hier louter op oed horen. Perelman beweegt hier soepel doorheen met die voor hem zo typische klank waarin melodie en abstractie nauw met elkaar verweven zijn. Zo zorgen Honari en Grdina in ‘Bridge to the Soul’ voor een aangenaam, ietwat loom ritme waar Perelman met kleurrijke lijnen op varieert. In ‘Love is a Stranger’ en ‘Light Upon Light’ is het ritme eveneens allesbepalend, alleen heeft het hier meer pit. Dat geldt beslist ook voor het opwindende ‘A Garden Beyond Paradise’, vooral de energieke bewegingen die Perelman hier maakt zijn de moeite waard. En prachtig klinkt het duet tussen Perelman en Grdina in het zeer ingetogen, fragiele ‘Music of a Distant Drum’.
Het kwartet Square Peg bestaat naast Grdina uit altviolist Mat Maneri, bassist Shahzad Ismaily en drummer Christian Lillinger, musici die geen toelichting meer behoeven. ‘Klotski’ is hun debuutalbum. Improvisaties, vaak met het karakter van geluidssculpturen. Zo vallen direct in opener ‘Impending Discomfort’ de bijdrages van Maneri en Grdina, hier op elektrische gitaar op. Aanvankelijk bijzonder ingetogen, loopt de spanning echter al snel op tot het kookpunt. Diezelfde mix van diverse muzikale werelden kent ‘Bacchic Barge’, iets dat zeker ook te wijten is aan het gruizige, sterk overstuurde gitaarspel van Grdina. De oed is in ditzelfde nummer ook te horen, middels een opvallend innemende solo, mooi geflankeerd door onstuimig slagwerk van Lillinger. Een ander hoogtepunt is het broeierige, fel ritmische ‘Sulfur City’ waarin jazz en postrock elkaar kruisen.
Haram richtte Grdina op in 2008, waarna in 2012 het debuutalbum ‘Her Eyes Illuminate’ verscheen. Het duurde vervolgens een decennium voor het tweede album verscheen: ‘Night’s Quietest Hour’. Met Grdina en gitarist Marc Ribot – we horen Grdina hier alleen op oed – bestaat de band uit twaalf musici. Grdina zelf zegt over de muziek op dit album: “The pieces were incredibly challenging yet beautiful and aligned with what I had been exploring in my own writing on my last two solo albums, I’m excited by music that is harmonically complex and direct yet free, ambiguous, and open to personal interpretation.” Een mooie samenvatting die direct in opener ‘Longa Nahawand’ zijn invulling krijgt. Het is die mix tussen melodieus / harmonieus en abstract en bovenal die tussen jazz en Arabische muziek die dit album bijzonder maakt. We horen klarinet, saxofoon, bas en drums, maar ook oed, ney, riq, darbuka, Arabische zang en natuurlijk twee violen, het instrument dat voor beide genres geschikt is. Prachtig is ook het stomend ritmische ‘Sala Min Shaaraha A-Thanab’, blijf hier maar eens stil bij zitten en dan die solo van Ribot, groots! Grdina zelf horen we uitgebreid in ‘Dulab Bayati’ soleren. Tot slot klinkt ‘Hawj Erreeh (Violent Wind)’, de perfecte mix tussen jazz en Arabische pop.
‘Klotski’ en ‘Night’s Quietest Hour’ zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop. ‘The Purity of Desire’ is te bestellen bij Not Two Records.