Toetsenist Bart van Dongen kennen we van de onvolprezen groepen VLEK en Eddy & The Ethiopians en natuurlijk van het podium dat hij enige jaren geleden opzette in Eindhoven, het Paviljoen Ongehoorde Muziek. Maar hij is in toenemende mate ook actief op Bandcamp waar inmiddels twee solo albums verschenen, ‘Vrije Cirkel’ en ‘BlauwHout Geel’ en een duo album met regisseur en acteur Stefan Jung, ‘Wereldgebeuren’. Tijd dus om ons eens over deze markante musicus te buigen.
Het meest bijzonder is ‘Vrije Cirkel’ waarop we een drietal vrije improvisaties horen die Van Dongen speelde op het orgel van de gebroeders Smits, stammend uit 1852, en zich bevindend in de Servatius kerk van het Brabantse Schijndel. We beginnen met ‘Hé?’ een prachtige, bijzonder transparante klanksculptuur, waarin repetitieve motieven in het hoge register op aangename wijze worden vermengd met de donkere onderlaag, een combinatie waar Van Dongen prachtig spanning mee op weet te bouwen. En verderop in dat eerste stuk mondt het laag uit in een ware onweersbui. ‘Wat?’ begint met verrassend hoge klanken, meer weghebbend van percussie dan van een orgel, gevolgd door een zeer subtiele drone. Verderop mengt onze organist er weer meer kleur in, trillende noten en ritmische figuurtjes. De drone in ‘Wat?’ loopt naadloos over in die van ‘Hoezo?’ En ook hier vormt die drone een onderlegger voor krachtige interventies in het hoog en nog meer dan in de twee andere delen kun je hier plakjes snijden van de spanning. Zeer geslaagd dit album en Van Dongen mag wat mij betreft vaker achter het kerkorgel plaatsnemen.
Voor ‘BlauwHout Geel’ kroop Van Dongen ‘gewoon’ achter de piano in zijn Podium voor Ongehoorde Muziek. De zeven stukken noemde hij ‘Mijmeringen’, een terechte titel. Ongedwongen, speels en met een vleugje weemoed. Ik ben vooral enthousiast over de tweede mijmering, die strakke cadans van de linkerhand en die spaarzame noten op rechts. ‘Mijmering 3’ is weer wat melodieuzer, terwijl Van Dongen in ‘Mijmering 4’ het melodieuze met het meer experimentele combineert tot een boeiend en spannend geheel. Mooi is ook het vrij felle, maar zeer jazzy ‘Mijmering 5’.
Tot slot hebben we ‘Wereldgeluiden’, het meest experimentele album van de drie, gebaseerd op de hermetische gedichten van Harry van Doveren. Ze worden uitgesproken, soms tegen zang aanzittend, door Jung, terwijl Van Dongen bijpassende klanken uit zijn piano tovert. Op een bepaalde manier levert dit een uit drie delen bestaande dialoog op tussen de stem van Jung en de piano van Van Dongen. Het grappige aan die gedichten van Van Doveren is dat er totaal geen betekenis in zit, het is een opsomming van bestaande en vooral niet bestaande woorden. Maar de manier waarop Jung ze voordraagt en de wijze waarop Van Dongen hier aansluiting bij vindt, doet je absoluut geloven dat hier wel degelijk een verhaal wordt verteld. In het tweede deel gaat het er rustiger aan toe, alsof het hier om een stemmige tekst gaat, behalve aan het eind waar we Van Dongen fel het hoge register aan horen slaan. Ook het derde deel klinkt stemmig, met name door Van Dongens gerommel onder de klep van zijn piano, maar zeker ook door Jungs voorbeeldige wijze van voordragen.
De albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: