De Oostenrijkse componist Peter Ablinger zoekt al decennia lang de grenzen op van het begrip muziek, Formeel kun je zijn stukken scharen onder de hedendaagse gecomponeerde muziek, maar dat genre moet je dan wel ruim nemen, want wat Ablinger maakt is net zo goed geluidskunst, experimentele elektronica, noise en wat we allemaal nog meer kunnen bedenken aan alternatieve muziekuitingen. Dat zijn kunstwerken bij luisteraars regelmatig de vraag doen reizen “is dit nog wel muziek?” is dan ook niet zo verwonderlijk. En toch, beluister zeker het recent bij Kairos verschenen ‘Against Nature’.
Vervelen doet Ablinger niet, al maakt hij het de luisteraar zeker niet gemakkelijk. In het stuk waar dit album zijn titel aan ontleend, het uit 2020 stammende ‘Wider die Natur / Against Nature’ worden we op de proef gesteld. Want dit is met afstand één van de meest vreemde composities voor fluit die ik ken. En dat is voor een belangrijk deel te wijten aan de vrouw van Peter, Siegrid. Zij maakte opnames van een groep padden en het is dat geluid dat deze componist als uitgangspunt nam voor dit ruim vijftig minuten durende stuk. Aan Erik Drescher de taak om hier vorm aan te geven. Daarbij komt dat Albinger het stuk in negenenvijftig deeltjes splitste, waarbij ieder stukje een klank is. En vaak zijn dat crescendo’s in het kwardraat, want in zijn totaliteit overbrugt Ablinger zeveneneenhalf octaaf, zoals hij zelf zegt, meer dan het bereik van een symfonieorkest. Dat daartoe speciale fluiten moesten worden gemaakt, onder andere van orgelpijpen, spreekt haast vanzelf. Een zeer diverse klankwereld dus en soms in één zo’n stukje lopend van nauwelijks hoorbaar laag naar nauwelijks hoorbaar hoog, meestal vloeiend, soms wat schokkerig. Echt mooi kan ik dit alles niet noemen, maar het levert wel interessante klankervaringen op. En soms ook nog een glimlach, zoals in nummer vierendertig ‘Telephone + Flute’. Voor één keer mag de telefoon gewoon afgaan tijdens de uitvoering.
Het album bevat nog drie vrij korte stukken: ‘Nichts (Nothing) for two drums’ uit 1983, hier in een versie voor solofluit (1983). ‘Überlegung 19’ uit 1988, eveneens voor solofluit en ‘Acht Zeichnungen’ uit 2000, voor elektronica. Percussief fluitspel dus in ‘Nichts (Nothing) for two drums’, inderdaad net alsof je twee trommels hoort. ‘Überlegung 19’ bestaat net als ‘Wider die Natur / Against Nature’ uit korte stukjes, twaalf. Alleen klinkt de fluit hier wat traditioneler. Wat daarnaast opvalt is dat die stukjes klinken als oefeningen van iemand die nog maar amper de fluit beheerst. Het blijft allemaal hangen in stroef klinkende klanken. Voor een zeer ver gevorderd fluitist als Drescher lijkt me dat overigens nog een aardige opgave. ‘Acht Zeichnungen’, tot slot, dat Ablinger een paar weken voor ‘Wider die Natur / Against Nature’ voltooide past qua opzet perfect bij dit stuk dat de hoofdmoot van dit album uitmaakt, ook hier vinden we diezelfde overrompelende klankwereld.