De Singel, Antwerpen – 8 Oktober 2015
Hoe recenseer je een concert waarbij per definitie alle woorden tekort schieten? Simpelweg omdat deze grandioze totaalervaring niet te bevatten valt, laat staan te beschrijven. Wat dan rest is het doen van een onbeholpen poging, het is niet anders. Als u erbij was, weet u wat ik bedoel. Als u er niet bij was, doet u er goed aan om dit spektakel nog ergens mee te gaan maken.
Want daar lig je dan in een strandstoel, met je rug naar beeldende kunstenaars Luigi De Angelis, Sergio Policicchio en het Spectra Ensemble toe, soms in het licht maar vaker in het (half) duister, te luisteren en te kijken. De vervreemdende totaalervaring bestaat, naast deze vreemde opstelling, verder uit muziek – waarover zo meteen meer, een zeer subtiele lichtshow en rook. Op het programma staat de Intaliaanse componist Giacinto Scelsi. Muziek van hem, vermengt met een eigen werk van De Angelis en Policicchio dat sterk geïnspireerd is op het werk van de meester.
Scelsi, overleden in 1988, was een zeer bijzonder componist maar ook een bijzonder mens met hele eigen ideeën over de componist als persoon en de functie van zijn werk. Zo bestaat een belangrijk deel van zijn composities uit achteraf uitgeschreven improvisaties. Overigens, ligt er nog zo’n 300 uur aan werk te wachten om uitgeschreven te worden, al zal dat door Scelsi zelf natuurlijk niet meer gebeuren. Verder had Scelsi er moeite mee dat zijn werk na zijn dood nog uitgevoerd zou worden. Het liefst was hij met al zijn partituren begraven. De volgende anekdote kenmerkt Scelsi ten voeten uit. Hij voorzag dat hij op een bijzondere dag zou sterven. Op 8 augustus 1988 nam hij dan ook plaats in een strandstoel en stierf.
Het belangrijkste kenmerk van de muzikale taal van Scelsi is dat hij eindeloos varieert of één en dezelfde toonhoogte. De verschuivingen zijn dan ook zeer subtiel en miniem. Het gaat meer om verdieping van klankkleur dan van verandering van tempo of ritme. De muziek maakt dan ook een zeer verdichte indruk en heeft een sterk hallucinerende werking, waarbij de luisteraar in een trance geraakt. Er zit dan ook zeker een relatie tussen de muziek van Scelsi en die van het Verre Oosten en India. En dan niet zozeer in melodie en toonsoort als wel in bereikt effect. Vanaf de jaren ’60 componeert Scelsi een aantal van zijn beste werken, waaronder een aantal met de menselijke stem, waarvan er twee ‘Sauh I’ en ‘Khoom’ in dit concert op het programma staan. Deze werken componeerde Scelsi voor de Japanse zangeres Michiko Hirayama. Als geen ander kon zijn omgaan met de microtonale melodieën en de ongekende flexibiliteit die Scelsi vraagt. De uitvoering van het Spectra Ensemble, onder leiding van Filip Rathé is van grote klasse en mezzosopraan Els Mondelaers weet uitstekend raad met het complexe idioom van Scelsi.
Beluister hier ‘Khoom’ door Ensemble Regards:
De werken van Scelsi worden ingebed in een compositie van De Angelis en Policicchio genaamd ‘In Nomine Lucis’. Het is een stuk dat geïnspireerd is door al die uren opnames die er van Scelsi nog op de plank liggen. Uit het interview dat Pauline Driesen eerder op de avond heeft met beide musici blijkt dat de achting die zij voor Scelsi koesteren groot is en dat zij, naar eigen zeggen, de luisteraars in een toestand willen brengen die tussen waken en slapen in zit en waarbij op alle zintuigen een beroep wordt gedaan. Gezien de inleidende woorden van deze recensie mogen we concluderen dat men hierin is geslaagd. En dat is naast de belichting, de opstelling in de ruimte en de muziek van Scelsi ook te danken aan de klankwereld die De Angelis en Policicchio oproepen. Want dat is de juiste benaming: een klankwereld. De klanken zijn heftig, soms bijna beangstigend: de klank van ijzer op ijzer, machines, alles doordringende bastonen. Het combineert op wonderlijke wijze met de ingetogen, transcendente muziek van Scelsi. Na 75 minuten laat het je in verwarring achter, een ervaring rijker.
Hier vertellen De Angelis en Policicchio over hun fascinatie voor Scelsi: