Drie recente albums van het in Chicago gevestigde Amalgam, met als centrale figuur de cellist en gitarist Ishmael Ali. Samen met Norman W. Long, hier te horen op synthesizer, saxofonist en fluitist Wills McKenna en drummer Bill Harris horen we hem op ‘Anemoi’; onder de naam Akjai nam hij met vocaliste Brianna Tong, violiste en vocaliste Johanna Brock en bassist Andrew Scott Young het gelijknamige ‘album’ op en met de in diverse vormen van elektronica gespecialiseerde Allen Moore en Bill Harris werkte hij aan ‘Hearsay’.
Maar laten we beginnen met ‘Anemoi’. Mooi hoe in opener ‘You Can’t Cross The Sea’ Long, Ali en Harris het ritme uitbouwen waar McKenna vervolgens op sax op ingetogen wijze aansluiting bij vindt. ‘With Such’ en ‘Thin Wings’ laten goed horen dat Long met zijn kraakjes, plopjes en bliebjes een grote stempel op dit album drukt, of kunnen we een deel op het conto van Ali schrijven, die hier immers ook met elektronica in de weer is? In het eerste stuk in samenwerking met Harris en in het tweede vooral met McKenna, heerlijk stroef gaat het eraan toe in dit, met ruim twintig minuten langste stuk. Maar ook Ali’s cello speelt hier een belangrijke rol, zijn strijkstok knarsend over de snaren bewegend. En ook verder is dit stuk een bijzonder enerverend klankfeest. Aantrekkelijk klinkt ook het onstuimige ‘Makes it Hard’ waarin Long en Harris het tempo danig opschroeven, de perfecte voedingsbodem biedend voor McKenna’s kwaliteiten. Tot slot klinkt ‘To Hear’ waarin nog één keer de sluizen open gaan.
In ‘Akjai’ gaan bas, cello en viool een vruchtbare relatie aan. De drie strijkers kleuren ‘Marks Along Your Pavement’ en bieden Tong een prachtig kader voor haar klassiek aandoende vocale kwaliteiten. Iets dat ze overigens knap afwisselt met veel meer experimentele klanken. In ‘Simone (and Other Irrevocable Truths)’ horen we Tong in een soort van jazzy Sprechgesang tegen een vrij ongenaakbaar strijkersklanklandschap. Een indrukwekkend stuk. Na al dat geweld doen de eerste noten van ‘Lumpy Soul’ bepaald weldadig aan, noten waaruit zich langzaamaan een ietwat stroef klanklandschap vormt. Tot slot horen we het enigszins cabaretesk aandoende ‘Laughter as a Barometer’, waarin wederom Tongs vocale kwaliteiten opvallen, ook hier weer uitgebreid het experiment zoekend.
Ook op ‘Hearsay’ veel elektronica, zowel Moore als Ali tekenen ervoor. Slepend ritmisch klinkt het in ‘Stille Post’ als een machine die nodig aan onderhoud toe is. Harris voegt zich met zijn slagen naar zijn beide partners. In het opwindende ‘Russian Scandal’ is het zeker Moore die tekent voor de elektronica, omdat we hier Ali duidelijk de snaren van zijn cello horen spannen. Hetzelfde geldt voor het spannend slepende en zeer experimentele ‘Téléphone Arabe’. Voor ‘Rumours’ haalde Moore een aantal LP’s uit zijn verzameling, rommelen met het toerental maakt daarbij het feest compleet. We hoorden Ali nog niet op gitaar, dat maakt hij goed in ‘Spazmeno Tilefono’. Experimentele klanken vermengen zich hier met Moore’s opwindende elektronica en Harris’ hectische spel.
De albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: