De ‘Westminster Mass’ betekende in 2000 de doorbraak voor de Britse componiste Roxanna Panufnik. Hier is haar muziek, die zich inmiddels verder uitstrekt dan koormuziek, nooit te horen, maar dat is aan de overkant van het Kanaal een ander verhaal. Signum Classics bracht onlangs, onder de titel ‘Heartfelt’, een Cd uit met haar kamermuziek, die ook voor mij een eerste, maar veelbelovende kennismaking met deze componiste betekent. Het is immers nooit te laat om een naam aan het Pantheon toe te voegen.
De Cd begint met de liederencyclus ‘Private Joe’, een cyclus die ontstond nadat de bariton Nigel Cliffe Panufnik benaderde met twee brieven uit 1917 van een natuurlijk inmiddels overleden familielid. Die brieven werden verstuurd vanaf het front bij Passchendaele waar de Britten vochten tegen de Duitsers. Als begeleiding voor de bariton, hier Roderick Williams, koos Panufnik voor een strijkkwartet, op dit album het Sacconi Quartet. De cylus vangt aan met Williams die Joe’s personalia en positie opleest, waarna spraak in zang overgaat, de tekst van de eerste brief. De toon is vrij opgewekt, een niets aan de hand sfeertje moet het thuisfront duidelijk gerust stellen. Voor de delen twee tot vier gebruikte Panufnik andere teksten. Voor de delen drie en vier zijn dat brieven van Wilfried Owen en Alec Waugh, voor het tweede is dat een sarcastisch, cabaretesk liedje over wat te doen bij de mogelijke dood. Het bewoog Panufnik tot geheel andere muzikale sferen wat zorgt voor veel afwisseling in deze boeiende cyclus. Wat Ciffe en zijn familie altijd heeft verbaasd was het verschil in toon tussen beide brieven, in de tweede klonk de man veel wanhopiger. Onderzoek achteraf duidt er echter op dat de man vrijwel zeker in de tussentijd last kreeg van depressies. Hoe dan ook, het is een verandering die Panufnik hier zowel in zang als in muziek prima weet te treffen.
In ‘Letters from Burma’ gebruikt Panufnik wederom brieven, nu van Aung San Suu Kyu uit 1995 en ’96, geschreven aan een Japanse krant. In dit geval kiest ze er echter voor om een hobo, Nicholas Daniel, in te zetten, in plaats van de menselijke stem, naast wederom het strijkkwartet. En ook hier valt weer op hoe beeldend de muziek van Panufnik is en hoe goed ze de sfeer, in dit geval die van Myanmar, weet te treffen. Bijzonder boeiend en meeslepend klinkt ‘Hora Bessarabia’ voor viool en contrabas. Panufnik schreef dit stuk voor Ariel Horowitz, die in 2016 in de finale stond van de Yehudi Menuhin Violin Competition. Menuhin had veel met de muziek van de Roma, iets waar de componiste hier aan refereert. We horen hier Hannah Dawson van het Sacconi Quartet samen met Andy Marshall in een sprankelende versie.
‘Cantator and Amanda’ staat stil bij een liefdesverhaal uit de veertiende eeuw. De monnik Cantator stierf de marteldood, vanwege zijn liefde voor het meisje Amanda. Hoe Amanda aan haar eind kwam weten we niet, maar Panufnik laat haar dood gaan aan een gebroken hart, een kermende fagot, bespeeld door Amy Harman, verklankt de pijnlijke fase vooraf, prachtig ingekaderd door het kwartet. In ‘Second Home’ grijpt Panufnik terug op haar wortels, haar vader was de Poolse componist Sir Andrzej Panufnik. Het stuk voor pianokwintet en sopraan, we horen naast het Sacconi Quartet de pianist Charles Owen en sopraan Mary Bevan, grijpt terug op een Pools volksliedje en ook in deze huldeblijk weet Panufnik de sfeer weer bijzonder goed te treffen.