De derde box die TUM Records vorig jaar uitbracht met muziek van Wadada Leo Smith – na ‘Tumpet’ en ‘Sacred Ceremonies‘ – is gewijd aan de vier symfonieën die Smith tot nu toe schreef voor zijn Great Lakes Quartet. ‘The Chicago Symphonies’ bevat vier Cd’s, één voor iedere symfonie. Op de eerste drie horen we het kwartet in de originele bezetting, met naast Smith, Henry Threadgill op altsax, fluit en basfluit, John Lindberg op bas en Jack DeJohnette op drums, voor de vierde symfonie is Threadgill vervangen door Jonathan Haffner op alt- en sopraansax.
Het idee van een symfonie voor deze bezetting komt van Don Cherry. Hij realiseeerde in 1966 ‘Symphony for Improvisers. Smith borduurt daar op voort: “I have broadened this idea to include the social, political and psychological dynamic into the creative space. My Chicago Symphonies are intended to illustrate and preserve the powerfully unique
cultural contribution that the Midwesterners made in helping to shape the American society”. En dus besteedt Smith aandacht aan de muzikale cultuur, lopend van Louis Armstrong, via Sun Ra en AACM tot aan de dag van vandaag, maar ook aan politieke en maatschappelijke iconen, van Abraham Lincoln tot Barack Obama.
Meer nog dan de muziek op ‘Trumpet’ en ‘Sacred Ceremonies’ laat deze box horen dat Smith niet alleen een uitstekend uitvoerend musicus is, maar ook een meer dan verdienstelijke componist. De muziek in deze vier symfonieën overstijgt zonder meer het gemiddelde jazz album, dat zegt natuurlijk veel over deze musici, die inmiddels geen krans meer behoeven, maar zegt bovenal veel over Smith’s compositorische kwaliteiten. Zo leert de eerste symfonie, ‘The Gold Symphonie’ al dat Smith een zeldzame coherentie weet te bereiken. Er wordt natuurlijk gesoleerd, dat hoort bij de jazz, maar alles staat wel in dienst van dat verhaal dat Smith hier vertelt en dat hier vooral handelt over de geschiedenis van de muziek en de iconen die daarbij horen. Zo brengt hij in het derde deel op zeer ingetogen wijze hulde aan Joseph Jarman, een musicus waar hij intens mee heeft samengewerkt en staat hij in het vierde deel onder andere stil bij Louis Armstrong en Earl Hines.
In de tweede symfonie, de ‘Diamond Symphony’ staat Smith onder andere stil bij de bijdrages aan de muziek van twee leden van dit Great Lakes Quartet: Threadgill en DeJohnette, wat onder andere leidt tot een prachtige partij op fluit van Threadgill in het eerste deel. Bijzonder is ook het overwegend ingetogen derde deel, waarin Smith stil staat bij AACM en pianist Muhal Richard Abrams. met onder andere een slepend ritmische bijdrage van Lindberg en een vrij lange en krachtige solo van DeJohnette. Het eerste trio waarin Smith deelnam, toen hij na zijn militaire dienst in Chicago aankwam was met Anthony Braxton en Leroy Jenkins. Zij komen voorbij in het eerste en tweede deel van de derde symfonie, de ‘Pearl Symphonie’, We horen hier Threadgill op altsax. Tevens in dit eerste deel wederom een fantastische solo van DeJohnette. Verderop krijgt een ander beroemd muzikaal kind van Chicago aandacht: Sun Ra. Reeds in het eerste deel van de vierde symfonie, de ‘Saphire Symphony’, valt de samenwerking tussen Smith en Haffner op, hun klanken nauw met elkaar verweven, terwijl Lindberg en DeJohnette een krachtige bedding creëren. Het is de symfonie waarin Smith stilstaat bij Abraham Lincoln en Barack Obama.