Azijnfabriek, Den Bosch (November Music) – 6 november 2021
Zo’n anderhalf jaar geleden kreeg de Amerikaanse trompettist Dave Douglas van de in Gent gevestigde concertzaal De Handelsbeurs de vraag om een stuk te componeren ter gelegenheid van het feit dat Jan van Eyck zeshonderd jaar geleden één van de belangrijkste schilderijen uit de geschiedenis van de schilderkunst maakte: ‘De aanbidding van het Lam Gods’, nog altijd te zien in de St. Baafskathedraal aldaar. Douglas, altijd al gefascineerd door dit schilderij, greep deze kans met beide handen aan. En toen deed Covid-19 zijn intrede en zag Douglas zich voor de nodige uitdagingen gesteld. Het leidde onder andere tot een uitgestelde première in De Handelsbeurs, op 4 november jongstleden. Die in Nederland voltrok zich afgelopen zaterdag, als onderdeel van November Music.
Douglas toog het project op met een keur aan musici, waar hij deels niet eerder mee samenwerkte. Naast Douglas op trompet vinden we op cello Tomeka Reid, op drums Antoine Pierre, op gitaar Frederik Leroux, op tuba en serpent Berlinde Deman en op piano en klein orgel Marta Warelis. Tevens en dat is wel een verrassing horen we zowel Douglas als Deman in een vocale rol. Boeiend zo’n nieuwe en voor Douglas onverwachte bezetting, maar in dit geval is het ook een nadeel. De Cd kwam door alle beperkingen volledig online tot stand en samengespeeld hebben de musici nauwelijks. En helaas, ondanks alle mooie momenten, is dat goed te horen. En nog wel het meest in de onderlinge afstemming tussen de musici, dat de geluidsbalans daarbij ook verre van goed is, draagt hier in negatieve zin zonder meer aan bij. Maar een echt onbegrijpelijke keuze vind ik de zang. Die is totaal niet te verstaan en dat ligt niet alleen aan de geluidsbalans. Aan alles is te merken dat Douglas en Deman geen geschoolde vocalisten zijn en bij een stuk dat zo zwaar leunt op de vocale bijdrages had dat wel gemoeten.
Een ander bezwaar is dat ik het thema van ‘De aanbidding van het Lam Gods’ met de beste wil van de wereld niet aan dit stuk kan koppelen. Het is dat we weten dat het daarover gaat, horen doe je het niet. Ik vind het meer een ode aan de geschiedenis van de jazz dan aan Van Eyck. In ‘Arrival’, het eerste deel van deze tiendelige suite, bemerken we al direct dat het stuk wortelt in de geschiedenis. Ik hoor de marching bands van New Orleans, nog versterkt door het gebruik van de serpent, in plaats van de contrabas. Verderop hoor ik de blues en later in het programma eist de free-jazz zijn plek op. En Douglas blijft een fantastisch trompettist, al is dat instrument in het totale geluidsbeeld wel heel dominant. Dynamisch, expressief, maar zonder de melodische lijnen uit het oog te verliezen. Een bijzonder moment is ook het eerste deel van ‘Hermits and Pelgrims’, een duet tussen Warelis op orgel en Reid, Met name die laatste weet hier weer eens betoverende klanken uit haar cello te halen. Een andere musicus die regelmatig de aandacht in positieve zin op zich weet te vestigen is Leroux. Hij trakteert ons met grote regelmaat op prachtige, messcherpe solo’s. Maar zoals gezegd, met het Lam Gods heeft het allemaal niet veel van doen, wellicht zit dat in de teksten, maar die zijn zoals ik hierboven reeds opmerkte niet te verstaan. Te hoog gegrepen? Wellicht, al durf ik hier geen uitspraken te doen over Douglas’ verdere compositorische kwaliteiten. Die doe ik wel over zijn uitvoerende kwaliteiten als trompettist en maker van stukken in dit genre en wat mij betreft horen we hem een volgende keer weer gewoon in die rol.