De Amerikaanse drummer Barry Altschul is inmiddels zo’n vijfenvijftig jaar actief in de meer experimentele vormen van de jazz. Hij speelde in het trio van Paul Bley, vormde met Chick Corea, Dave Holland en Anthony Braxton Circle en werkte ook in de jaren daarna intensief samen met Braxton. Maar hij werkte ook samen met musici als Lee Konitz en Art Pepper die we meer onder de hard bop scharen. En Altschul is nog steeds actief, zo verscheen onlangs bij Not Two Records ‘Long Tall Sunshine’ van zijn 3Dom Factor, een trio verder bestaand uit bassist Joe Fonda en saxofonist Jon Irabagon.
Opvallend aan dit trio is de gelijkwaardigheid van de deelnemers. Irabagon is direct in het titelstuk opvallend aanwezig met een prachtig geblazen melodie, inclusief aangename zijpaadjes, maar de bijdrages van Altschul en Fonda gaan hier duidelijk verder dan louter begeleiden. Ze leveren zelfs niet alleen de brandstof voor Irabagons niet aflatende, enthousiaste spel, hier op tenorsax. In een duetpassage halverwege dit eerste stuk laten ze ook horen hoe melodieus een ritmesectie op zichzelf kan klinken. ‘The 3Dom Factor’ beweegt zich tussen melodie en abstractie, toepasselijk want dat geldt niet alleen voor dit stuk, maar tekent dit trio. Die abstractie zit overigens met name bij Altschul en Fonda, al blijft er altijd ook sprake van een ritmische onderstroom. Irabagon beweegt zich hier met benijdenswaardige souplesse doorheen, vrijwel zonder stiltes om eens adem te halen. Soms vrij melodieus, maar vaker met eindeloos meanderende klankpatronen. En ook in dit stuk vinden we een prachtige duetpassage. De twee tasten elkaar af, versterken elkaar, vullen elkaar aan.
Hoe goed Irabagon feitelijk is, wordt het meest duidelijk tijdens de solo iets verderop, en met solo bedoelen we hier dan ook echt solo, kleurrijk ritmische patronen worden hier afgewisseld met bijzonder experimentele klanken geproduceerd middels een bonte variatie aan technieken. In de ballade ‘Irina’ horen we hem op de altklarinet en met veel gevoel blaast hij hier de melancholieke melodie. Maar besteedt hier zeker ook aandacht aan de begeleiding, de wijze waarop Fonda zijn partij er naast zet en waarop Altschul het geheel van structuur voorziet. De mooiste partij van Altschul en Fonda samen zit in ‘Be Out Scool’. Het ritmische samenspel van de twee werkt aanstekelijk, al is de passage die erna komt, met Irabagon erbij en die juist weer vrij abstract is evenmin te versmaden, met name dankzij het zeer hoge, ietwat schrille geluid van de vrij zeldzame soprillo saxofoon. Een solo van Altschul mag op dit album natuurlijk niet ontbreken, in ‘Martin’s Stew’ is het zover, maar dan zijn het er ook direct twee. Opvallend kleurrijk en onderhoudend en tegelijkertijd ritmisch op een vrij stuwende wijze. Alleen deze solo’s maken dit album al de moeite waard.