Ooit werkte ze als serveerster aan de overkant van één van s’ werelds beroemdste podia en hét podium voor country: The Ryman in Nashville. Maar serveerster worden was niet de reden dat Margo Price op haar twintigste vanuit Aledo, Illinois naar Nashville trok, dat was de muziek. In 2016 bracht ze haar debuutalbum uit, ‘Midwest Farmers Daughter’ en sindsdien is haar ster rijzende in de wereld van singer-songwriter en country rock. En zo stond ze dus ineens zelf in The Ryman, met een zeventien(!) koppige band. En de titel van het bij Loma Vista Recordings verschenen album is niet geheel toevallig ‘Perfectly Imperfect at The Ryman’.
Want Price haar nummers zitten perfect in elkaar en zijn country genoeg om deze sticker te rechtvaardigen. Maar wat ze missen en dat doet ons deugd is die gladde kant die zoveel van deze muziek kenmerkt. Bij Price is het gelukkig ‘imperfectly perfect’. En dus schuurt ‘Wild Women’ daar waar het kan. In Price’ zang, maar zeker ook in de instrumentatie, de muziek doet ons regelmatig denken aan die van bands als Drive By Truckers, The White Stripes en de Black Keys. beluister ook het heerlijk stevige ‘Revelations’, mooi ook hoe hier de zang in een perfecte echo belandt, te midden van uitgesproken ruige instrumentele bijdrages.
En hier horen natuurlijk graadzuivere ballades bij, met een spirituele inslag. ‘Ain’t Livin Long Like This’ bijvoorbeeld, met een bescheiden gastrol van Sturgill Simpson, ‘All American Made’ en de afsluiter ‘World’s Greatest Loser’. Price zingt ze zeer ingetogen, met de vereiste dosis melancholie, zonder in sentimentaliteit te vervallen. ‘All American Made’ komt daarbij overigens het best uit de verf, een sterk autobiografisch nummer, waarin tevens Price haar politieke standpunten doorklinken. En ja, er staan een paar echte, onvervalste countrynummers op, als ‘Hurtin’ (On the Bottle) Medley’, met uitstekende zang, Price heeft een prachtige stem die het zo wel goed doet bij ballades als bij up tempo, maar die vooral geschikt is voor dit genre en met boeiend gitaarspel en een prachtige bijdrage van Jeremy Ivey op mondharmonica. Hoogtepunt is Price’ versie van Creedence Clearwater Revivals’ ‘Proud Mary’. Klinkt het eerste deel als een ballade, het tweede deel is pure gospel, mede dankzij een leger achtergrondzangeressen en een band op volle sterkte. En dan is er nog het duet met Jack White, ‘Honey We Can’t Afford to Look This Cheap’, dat valt wat tegen, een leuk stukje samenzang, maar daar blijft het wel bij, het gitaarspel waar White om bekend staat, missen we hier node.