Twee albums van musici die de grenzen tussen (muzikale) culturen overschrijden. Allereerst aandacht voor Boi Akih, bestaande uit de Nederlands-Molukse zangeres Monica Akihary en gitarist Niels Brouwer. Voor het project ‘Storyteller’, nodigden zij koraspeler Sekou Dioubate en blokfluitist Dodó Kis uit. Het album verscheen eind vorig jaar in eigen beheer, maar de geplande tour kon toen niet doorgaan, die vindt dit najaar plaats, alle reden dus om dit album hier alsnog aan bod te laren komen. Ik koppel het graag aan het bij Home Records verschenen ‘Bolo Saba’ van het uit Baba Sissoko, Jozef Dumoulin en Afra Mussawisade bestaande Bará, ook dat album ligt hier al veel te lang.
Het ‘Storyteller’ project had al eerder te maken met tegenslag. Tijdens de voorbereidingen begin vorig jaar overleed koraspeler Zoumana Diarra die in eerste instantie deel zou gaan uitmaken van de groep. Brouwer had net samen met hem een speciale kora ontwikkeld die gebruikt kon worden voor de eclectische muziek van dit project. Gelukkig kon met Dioubate een prima alternatief worden gevonden, wat de redding van dit project betekende. De veelzijdigheid van de musici maakt dat dit album in geen enkel vakje valt te passen. De kora brengt ons natuurlijk naar West Afrika, maar daar past de stem van Akihary weer niet echt bij, nog de blokfluit van Kis, die doet ons weer eerder denken aan de Balkanmuziek. Puristen kunnen deze Cd dus beter aan zich voorbij laten gaan. Voor de avontuurlijkere geesten, die net als ondergetekende, vinden dat in de muziek zo ongeveer alles geoorloofd is, zo lang het maar goed gebeurt, hebben hier een mooi album aan. Daarbij valt allereerst de prachtige stem van Akihary op, zij zingt met veel gevoel, deels in het Haruku, de taal van haar vader en deels in het Engels en weet ieder stuk van de bijpassende sfeer te voorzien. Samen met haar drie mede instrumentalisten, zelf bespeelt ze ook nog de baskalimba, ontstaat ook verder een vaak betoverend klankpalet. Gastrollen zijn er daarnaast voor percussionisten Vernon Chatlein en Nippy Noya. Bijzonder is verder dat dit album zowel een aantal strak gestroomlijnde stukken kent, de eerste twee, ‘Anin’ en ‘Au pawahe’ bijvoorbeeld, maar dat er ook ruimte is voor het onverwachte. Zo zit er een leuk spontaan intermezzo in ‘Everything is Everywhere’, begint ‘Déja Vu’ opvallend losjes en veroorlooft Akihary zich de nodige vrijheden in ‘Imaginary Journey’.
Bará is een iets minder divers trio, de muziek is hier sterker gelieerd aan die van West Afrika, iets dat alleen al blijkt uit het gebruik van de call and respons zang, zo kenmerkend voor deze muziek. Die nadruk op de muziek van deze regio is best opvallend, gezien het feit dat alleen Sissoko daar vandaan komt, specifieker uit Mali. Dumoulin en Mussawisade voelen zich echter naadloos in het discours, ze voelen zich er duidelijk bij thuis, of zoals Dumoulin het omschrijft “I have so much love and respect for traditional music and in particular for that of Mali, that I would never wish only to copy it”. En dat gebeurt dus ook niet, ook hier hebben we dus geenszins van doen met pure, traditionele muziek van doen. Daarvoor is bijvoorbeeld de invloed van elektronica, met name in handen van die laatste twee, te groot. Maar wat dit album het meest de moeite waard maakt is de energieke wijze van musiceren. Met ballades hebben deze mannen niets, van ieder stuk spat het enthousiasme en het speelplezier af. Een band die je live moet zien, tot die tijd hebben we gelukkig dit prachtige album.
Bekijk hier een korte impressie van Boi Akih bij Podium Witteman:
en bekijk hier een Interview met Baba Sissoko van Bará: