Alle perikelen de laatste maanden hebben musici bepaald geen goed gedaan, optredens werden en masse afgezegd en ook nu er weer meer ruimte komt geldt dat zeker nog niet overal en voor iedereen. Sommige musici hadden echter wat meer geluk. Neem Sven Figee, beter bekend vanwege zijn band Sven Hammond, die na een telefoontje van presentator Matthijs van Nieuwkerk eerder dit jaar zijn carrière ineens in een stroomversnelling zag komen. We zouden bijna vergeten dat hij al vijftien jaar bezig is en dat het succes hem zeker niet kwam aanwaaien. Het klappen van de zweep kent hij inmiddels dus wel en wie daar nog bewijs voor nodig heeft, beluistert het beste ‘Sphere – A Tribute to Thelonious Monk’, de man zijn laatste wapenfeit.
Terug naar de kern, gitarist Tim Eijmaal, bassist Glenn Gaddum, drummer Joost Kroon en Figee dus op die Hammond vormen Sven Hammond. En het mag Monk zijn die hier centraal staat de muziek is meer blues en soul dan jazz. Opvallend vind ik daarbij de combinatie Hammond orgel – bas, die laatste ontbreekt immers meestal, het orgel heeft van zichzelf genoeg bas. Maar dus niet bij Sven Hammond en het moet gezegd, neem direct maar de opener ‘Monk’s Dream’, het werkt prima. Hoogtepunten zijn de slepende uitvoering van ‘Ruby My Dear, waarin Figee zijn instrument krachtig laat swingen; ‘Pannonica’, een ander mooi voorbeeld van Figee’s stilistische vernuft, waarin hij de melodie zorgvuldig doserend een krachtige spanningsboog bouwt en het aanstekelijk swingende ‘Bye Ya’.
Minder gecharmeerd ben ik van de stukken waarvoor Figee een gastvocalist(e) uitnodigde. De rappers Typhoon, ‘Locomotive – Doucement (Hittegolf) en Akwasi, ‘Thelonious – Mijn Tempel’ hebben zeker hun kwaliteiten, maar ik vind beide nummers niet echt passen op dit album, te meer omdat hier ook nog eens het orgel, toch de drijvende kracht op dit album, ontbreekt. Gelukkig is dat bij ‘Evidence – I’ll Never Let You Go’, waarin we zangeres Zoë Love Smith horen, niet het geval. Ook muzikaal, de band verkent hier overtuigend het pad van de vette soul, staat dit stuk dichter bij het overige werk. Zo nu en dan skip ik dus gewoon een nummer, er blijft nog genoeg moois over.