TivoliVredenburg, Utrecht – 12 september 2021
Op de laatste dag van de Gaudeamus muziekweek allereerst nog vier concerten en dan de prijsuitreiking. Het Duo Ebano, dat dit jaar voor het eerst op Gaudeamus staat en drie ensembles die reeds een aardige relatie met dit festival hebben opgebouwd. Dat geldt zeker voor Orkest De Ereprijs, maar ook Modelo62 en Quatuor Bozzini zijn inmiddels geen onbekende meer. Allen brengen ze een uitgebreid programma met een brede keur aan componisten. En dan wordt bekend dat Annika Socolofsky dit jaar, welverdiend met de award 2021 naar huis gaat, waarover later meer.
Duo Ebano kwam op deze blog eerder voorbij. Hun bij trtpk verschenen Cd ‘Blackbird [R]evolution’ werd ook door mij positief ontvangen. Eén stuk op dat album ‘The Underwater Life of a Bass Clarinet’ van Gerardo Gozzi voert het duo hier live uit. Verder op het programma zes stukken van even zoveel componisten die meededen aan hun ‘Nieuwe Noten’ programma, iets dat, voor alle duidelijkheid, volledig los staat van deze blog. Zes bijzondere en ook heel verschillende stukken. ‘Two Squares’ van Arieh Chrem en ‘Blue Mass’ van Michele Mazzini nodigen daarbij, ook al zijn het totaal totaal verschillende composities, tot contemplatie, terwijl in ‘Inconstancies’ van Angelo Ursini en ‘Drive-in’ van Hans Vercauteren juist de dynamiek een belangrijke rol speelt, overigens met in het eerste stuk ook ruimte voor de duistere kant van het bestaan. Het meest opwindende stuk is echter ‘Mechanische Huid IV. Bombshell’ van Hibiki Mukai waar het duo het concert mee besluit. Een bonte combinatie van circusachtige muziek, dance, samples en overtuigende ritmische patronen serveert deze componist ons hier. Klarinettist Marco Danesi, hier op de basklarinet en toetsenist Paolo Gorini, afwisselend op de piano en de synthesizer geven ook aan dit stuk overtuigend vorm.
Mede dankzij hun jaarlijkse Young Composers Meeting is Orkest De Ereprijs één van onze belangrijkste opdrachtgevers aan jonge componisten. Het hoge niveau van de inzendingen valt daarbij altijd weer op. Stukken als ‘Propel’ van Rosie Tee, met duidelijke jazzinvloeden en ‘Gebakken cultuur’ waarin Martin Mayo westerse en zuid Amerikaanse muziek met elkaar vermengt, tonen dat aan. Beide componisten wonnen in 2019, respectievelijk 2020 prijzen. Uit de competitie van dit jaar klinken er eveneens drie stukken: ‘HEKS’ van Livia Malossi, ‘The Song of Memories and Forgetting’ vam Ho-chi So en ‘Sirens’ van Patrick Hegarty. Vooral die laatste gebruikt de kracht van dit veertien musici tellende ensemble optimaal en de titel mag u daarbij letterlijk nemen. Aangenaam zijn ook de twee delen uit Hans Koolmees‘ MERZ, waarin de componist een soort van ode brengt aan de dadaïst Kurt Schwitters, met een glansrol voor de sopraan Michaela Riener.
Modelo62 komt dit jaar met een doorlopend programma van ruim een uur waar vier componisten werk voor aanleverden: Aart Strootman, Allison Cameron, Roxanne Nesbitt en Wilbert Bulsink. Staan de stukken van Strootman en Nesbitt nog redelijk op zichzelf, de bijdrages van Cameron en Bulsink zijn als fragmenten door het totale programma verwerkt. Het geheel levert een doorlopend en zeer afwisselend klankspel op waar duidelijk het signatuur van dit ensemble op staat. Want ook nu weer horen we naast overduidelijk melodisch materiaal vooral veel moeilijker te lokaliseren geluiden. Percussie in alle hoedanigheden speelt dan ook een grote rol, maar ook elektronica, met name door de bijdrage van Strootman die een lange snaar ontwierp waarmee op alle mogelijkheden geluid mee wordt gemaakt: er wordt opgeslagen met beitels, op getokkeld, maar hij wordt ook gebruikt om de ruis van mobiele telefoons mee te geleiden. Een ander hoogtepunt is de klank van een porseleinen installatie die een grote rol speelt in het deel van Nesbitt.
Tot slot nog aandacht voor Composer’s Kitchen van Quatuor Bozzini. Ieder jaar organiseert dit fameuze strijkkwartet een residentie met een aantal jonge componisten, bestaande uit workshops, masterclasses en coaching. Eén en ander leidt daarbij tot nieuwe strijkkwartetten. Dit jaar leverden Sarah Davachi, Alec Hall, Vitali Karagkezidis en Sílvia Lanao Aregay nieuwe stukken. ‘Friends’ van Lanao Aregay en ‘Long Gradus’ van Davachi, van de laatste speelt het kwartet helaas alleen het vierde deel, vallen het meest op. Als een zwerm vogels klinken de strijkers in ‘Friends’, een zeer sprekend stuk, waarin dynamiek en melancholie elkaar prachtig afwisselen. Davachi kiest voor een geheel andere benadering van deze kamerbezetting, getrouw aan haar persoonlijke stijl laat ze de strijkers wolken van klank produceren die prachtig in elkaar overlopen.
Afgelopen vrijdagavond viel Socolofsky in positieve wijze op met ‘Don’t Say a Word’ dat zij zelf bracht met het New European Ensemble. Een vrouw met een boodschap, verpakt in deze zin: “Hush now, baby, don’t say a word. Now it’s time for the women’s turn.” Op overrompelende wijze liet ze horen wat dat laatste voor haar betekent. Ze kreeg ons mee en dus uiteindelijk ook de jury. Volgend jaar zullen we haar weer horen, met een nieuw stuk, speciaal voor dit festival geschreven, ik verheug me er al op.