Trio Accanto – Other Stories (CD Recensie)

Het Trio Accanto heeft een bijna gelijke bezetting als het Kugoni Trio dat hier gisteren aan bod kwam. Hier wordt de saxofoon bespeeld door Markus Weiss en de piano door Nicolas Hodges. Maar als derde lid bezit het Trio Accanto geen viool, maar percussie, in handen van Christian Dierstein. Het zorgt natuurlijk toch weer voor een ander klankpalet. Op het meest recente album ‘Other Stories’, een nieuwe met de muziek van Christian Wolff staat alweer gepland, spelen ze stukken van Helmut Lachenmann, Martin Schüttler, Yu Kuwabara, Martin Smolka en Michael Finnissy. Het is alweer het vijfde album, dat net als de vorige vier, verscheen bij Wergo.

De meeste ruimte nemen de vier stukken van Lachenmann in, vrij korte stukken, het langste duurt iets meer dan tien minuten. We beginnen echter met het stuk dat het album afsluit, ‘Sakura-Variationen’ uit 2001. Een stuk dat Lachenmann speciaal voor dit trio schreef. Opmerkelijk is dat Lachenmann normaal gesproken één van de musici een Japans kinderliedje laat zingen, waar dit stuk zijn titel aan ontleent, maar er voor deze opname voor koos om zelf te zingen! De melodie doet in alles denken aan zo’n kinderliedje, maar Lachenmann zou Lachenmann niet zijn als hij daar niet uitgebreid mee zou spelen, zodanig dat het origineel al snel nauwelijks meer herkenbaar is. In 2008 maakte de componist een nieuwe versie van dit stuk door het te combineren met het lied ‘Berliner Luft’ van Paul Lincke. Zo ontstond ‘Sakura mit Berliner Luft’, waar dit album mee opent. De circusachtige melodie past er prima bij. Het album bevat verder twee stukken voor piano solo: ‘Marche fatale’ en ‘Berliner Kirschblüten’, beiden uit 2016 / ’17. Met name die laatste twee zijn goede voorbeelden van de nieuwe weg die Lachenmann enige jaren terug insloeg. Zo abstract als zijn vroegere werk klinkt, zo toegankelijk klinkt hij heden ten dage. Met name die twee pianostukken laten weinig te raden over. Het komt nog het meest over als een interessante mix tussen neo romantiek, folk en jazz.

Foto: Doradzillo

‘xerox’ van Schütter doet meer denken aan het oude werk van Lachenmann, ook hem lijkt het primair te gaan om klanken. Die van de altsaxofoon, de piano en het slagwerk zijn hier soms nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Bijzonder is Kuwabara’s ‘In Between’, met name vanwege de glissando lijnen die de altsaxofoon hier speelt, soms ondersteund door die van de slagwerker die we hier vooral op pauken horen. Daartussen komt de piano,  aanvullende noten in het rond strooiend. Een bevreemdende, maar  boeiende combinatie. ‘fff (Fortissimo feroce Fittipaldi)’ is met nog geen vier minuten het kortste werk op dit album, maar Smolka weet hier met zijn ritmische, enigszins machinale klanken wel degelijk te overtuigen.

Michael Finnissy’s ‘Opera of the Nobility’ is met bijna twintig minuten het langste stuk op het album. De titel verwijst naar de aria’s uit de opera’s ‘Artaserse’ van Adolf Hasse en ‘Polifeme’ van Nicola Porpora die Finnissy gebruikte als basismateriaal voor de delen ‘Ib’ en ‘IIb’. Maar eerst horen we de drie instrumenten: sopraansax, piano en slagwerk in een strakke samenhang in ‘Ia’, een structuur die we ook vinden in ‘IIa’ De delen ‘Ib’ en ‘IIb’, waarin we duidelijk een melodie terughoren, wijken hier aangenaam van af. Een onverwacht boeiende compositie.

Beluister hier ‘Sakura mit Berliner Luft’ en ‘In Between’: