Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam (Holland Festival) – 14 juni 2021
Na veel te lang zonder klonken gisteren eindelijk weer eens de noten in een concertzaal, die van het Muziekgebouw aan ’t IJ in dit geval, in het kader van het Holland Festival dat dit jaar weer kan plaatsvinden. Niet helemaal zoals we tot nu toe gewend waren, maar toch grootser dan ik tot voor kort had durven hopen. Eén van de gastcuratoren dit jaar is de inmiddels legendarische Ryuichi Sakamoto. Helaas, hij is er zelf niet bij en niet ten gevolge van Covid-19. Erger nog, zijn keelkanker bleek eerder dit jaar te zijn teruggekeerd. Gelukkig hebben we echter altijd nog de muziek die hem zo legendarisch maakt. Eerder deze maand was een livestream te zien van Sakomoto zelf, de uitvoering van ‘async’, live in het New Yorkse Park Avenue Armory en vanavond klonk een bewerking van vroeg werk, bewerkt en aaneengesmeed door de Zwitsers-Georgische producer en componist Alexandre Kordzaia in samenwerking met het Asko|Schönberg.
Wat direct opvalt als je ‘async’, opnames uit 2017, vergelijkt met dit vroege werk, uit de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw, is de ontwikkeling die Sakomoto als musicus en componist heeft doorgemaakt. De grote mate van subtiliteit die doorklinkt in ‘async’, de prachtig uitgekristalliseerde klankwereld van dit stuk, de bijna filosofische aanpak, het is allemaal nog totaal afwezig in dit vroege werk. Wat wel reeds aanwezig was en wat door Kordz, zoals Alexandre Kordzaia zich noemt en de elf leden van het Asko|Schönberg zeker wordt overgedragen, is de vermenging van westerse klassieke muziek, waarin we vooral componisten als Igor Stravinksy en Maurice Ravel herkennen, met Aziatische en meer specifiek Japanse muziek en de popmuziek die in die jaren populair was, meer bepaald de disco. En Kordz voegt daar de muziek aan toe uit zijn eigen culturele achtergrond. Het leidt tot een bonte mix aan klanken, waarbij sterk ritmische en opzwepende passages worden afgewisseld met meer ambientachtige, soms zelfs neo-klassiek aandoende passages, waarbij de vullingen zowat uit je kiezen springen.
Veel diepgang zit er allemaal niet in, dat is na enige minuten wel duidelijk en het doet de Sakomoto van nu dan ook duidelijk geen recht. Wat overblijft is het speelplezier dat overslaat op het publiek. Want wellicht is dat nog wel het leukste van dit concert: Asko|Schönberg in een rol zien en horen die je nu niet bepaald gewend bent van dit ensemble. Ze staan daar zichtbaar te swingen, schudden het stof van maanden van zich af en slepen ons mee van de ene klankuitbarsting naar de volgende, zonder scrupules muzikale en culturele grenzen slechtend. Voeg daarbij de prachtige enscenering, een boom in stukken gezaagd doorkruist het plafond van het podium tot achterin de zaal en de aantrekkelijke lichtshow en het feest is compleet. Als openingsfeest na maanden lockdown was dit zonder meer geslaagd.