Londen is een smeltkroes van volkeren, talen en culturen en vanzelfsprekend hoor je dat ook terug in de muziek. Zo ook de jazz, waar naast de Amerikaanse traditie, ook die van de Caraïben een rol speelt, alsmede die van Afrika. En vermeng dit dan met meer hedendaagse stromingen als funk, dance en hiphop. Een belangrijke figuur in deze scene is de drummer Tim Doyle, beter bekend als Chiminyo. We kennen hem van zijn samenwerking met Gary Bartz, Nubya Garcia, Shabaka Hutchings, Theon Cross en Zara McFarlane, maar onlangs bracht hij zijn eerste eigen album uit bij Gearbox: ‘I Am Panda’. Een zeer creatief en coherent werkstuk, waarin die grote diversiteit aan stijlen uitstekend hoorbaar is.
Direct al in het titelstuk wordt duidelijk dat Chiminyo geen man is die zich in hokjes laat stoppen, het slagwerk herinnert ons aan jazz, maar de elektronica behoort echt tot een andere muzikale wereld. Een lijn die hij dootrekt in het stomende ‘Run’, waarin jazz en funk op slimme wijze met dance worden gecombineerd. Tegelijkertijd blijft de muziek door het immer aanwezige slagwerk iets natuurlijks houden. En zoals gezegd is er een grote mate van samenhang tussen de nummers onderling, waarbij ook nog eens het hoge psychedelische gehalte opvalt, bijvoorbeeld in ‘Pan’s Call’. Verder vallen de vocale bijdrages op van Kweku Sackey, werkend onder het alias K.O.G, Dunja Botic en Brother Portrait van Steam Down.
Qua slagwerk springt het vrij korte, maar broeierige ‘…Higher Together…’ eruit, al staat het ook hier zonder meer in dienst van het geheel. Het vormt een mooie opmaat voor het meer dance georiënteerde ‘Breathin’, met een mooie bijdrage van zangeres Clara Serra López. Bijzonder zijn ook ‘Reachin’ en ‘Sinkin’ vanwege de gesproken teksten die de dromerige elektronica doorsnijden. Overigens zit in het laatste stuk ook nog een zeer interessante slagwerk passage. Door middel van ‘…into the Sunkiss…’ ontdekken we dat Chiminyo ook niet onverdienstelijk piano speelt, het is weer eens wat anders. Krachtig, maar mooi melodieus spel waar ook wel wat slagwerk in schuil gaat. In de twee laatste stukken vult Chiminyo zijn palet aan met niet westerse klanken. Daniel Kouly en K.O.G. brengen in ‘See Me’ zowel de Afrikaanse muziek als de rap binnen, terwijl Dunja Botic en Deniz Mahir Kartal in ‘Pandora’ de klanken uit het Midden Oosten toevoegen, overigens op bijzondere wijze vermengd met dance en al het andere dat reeds voorbij kwam.
het album is te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: