Daniel Bachman is een gitarist uit het zuiden van de VS met een bijzondere stijl van spelen bestaand uit tokkelen in een zogenaamde open stemming (je bespeelt snaren die door geen enkele vinger worden ingedrukt, vandaar ‘open’). Dat hij uit het warme, zwoele zuiden komt, is verder eveneens duidelijk te horen. Niet doordat hij de muziek speelt waar deze streek bekend door is: Blues en Country. Nee, het is te horen in de sfeer die de muziek oproept.
Die sfeer is er één van eindeloze horizonten en verlaten zandwegen en van hitte, zinderende hitte. Het is in dit verband geen toeval dat hij in een interview in de laatste Gonzo (Circus), nr.122, aangaf ooit nog wel eens een filmsoundtrack te willen schrijven. De muziek is duidelijk verhalend, zelfs beeldend en zou inderdaad goed passen bij een film van Terence Mallick waar Bachman een fan van blijkt te zijn (Mallick heeft een klein, doch zeer bijzonder en sfeervol oeuvre. Kijk als je hem niet kent Days of Heaven om te begrijpen hoe Mallick en Bachman bij elkaar passen) .
Een nummer als ‘Nandina’ op zijn laatste, titelloze CD, illustreert perfect wat ik bedoel. Het nummer bestaat uit een eindeloze drone waar Bachman heel minimaal op soleert. Het levert een zinsbegoochelende ervaring op van ruim 9 minuten. Je voelt de hitte, het stof, de eindeloosheid, ja, de pure ervaring. Maar ook op andere nummers zoals het kortere ‘the chicken tree’ weet hij deze sfeer op te roepen. De vrij monotone, maar nergens saaie, manier van spelen levert op diverse plaatsen een meditatieve, bijna hypnotiserende ervaring op.
Dat wordt nog versterkt door de duidelijke invloed van Indiase muziek, bijvoorbeeld de traditionele sitarmuziek. Bachman heeft deze muziek uitvoerig bestudeerd tijdens zijn reizen en de invloeden knap geïntegreerd in de muziek uit zijn eigen traditie en zo samengebracht tot een volstrekt eigen, direct herkenbaar geluid.
Beluister de CD op Bandcamp.
Verder interessant is het gratis te downloaden optreden van Bachman op Free Music Archive. Het betreft hier een optreden op 26 maart 2012 voor WFMU, een onafhankelijk radiostation.