Vandaag twee trio albums van persussionist Eddie Prévost, beiden uitgebracht door zijn eigen Matchless Recordings. De eerste maakte hij met pianiste Marilyn Crispell en rietblazer Harrison Smith en heet kortweg ‘ConcertOTO’, naar dit inmiddels beroemde podium in Londen, de tweede, ‘High Laver Reflections’ nam Prévost op in de All Saints Church in High Laver, Essex, samen met trombonist Edward Lucas en Daniel Kordík op de modulaire synthesizer. Twee totaal verschillende albums. Staat ‘ConcertOTO’ in de traditie van de free jazz, ‘High Laver Reflections’ komt meer voort uit de westerse traditie en sluit dus goed aan bij de muziek van AMM.
‘ConcertOTO’ bevat vijf kwartier aan muziek, een zeer ruime keuze van wat er die avond in 2012 werd gespeeld door Prévost, Crispell en Smith in het Londense Cafe OTO. Ze zijn geen onbekenden voor elkaar deze musici, met Prévost als spil, iets dat zich uitbetaald in de vijf bijzondere stukken op dit album. Neem bijvoorbeeld de perfecte wijze waarop Crispell en Prévost elkaar aanvullen op ‘An Exploratory Introduction’, waarna Smith met een repetitief patroon zich er naadloos tussen wurmt. Maar improviseren is ook kijken, luisteren en elkaar de ruimte geven en dus beperkt Prévost zich tot wat geritsel en Crispell zich tot enkele doelgerichte aanslagen tijdens de melodieuze lijnen die Smith trekt aan het begin van het bijna een half uur durende ‘Main Part 1’. En ook verderop, daar waar het tempo oploopt, hoor je hoe goed ze naar elkaar luisteren, hoe goed ze elkaar aanvullen. Maar dit verhaal gaat over Prévost en dus mag die geweldige drumsolo halverwege dit stuk hier niet ontbreken. Evenmin te versmaden: het duet van Crispell en Smith even verderop. En dan hebben we het tweede ‘Main Part’, waarin het er een stuk onstuimiger aan toe gaat, iedere lyriek ver buiten beeld blijft, op die bijna klassieke solo van Crispell na, maar waarin we Prévost wel weer horen in één van zijn geweldige solo’s.
Zoals gezegd is ‘High Laver Reflections’ een totaal ander album. Dat betekent dat we Prévost direct in een geheel andere rol horen, meer vergelijkbaar met die in ‘Ore’, het album dat hij met Derek Bailey opnam en dat hier gisteren voorbij kwam. Het arsenaal aan percussie is nu veel meer een klankbron. Bekkens en schalen worden aangestreken met een strijkstok, oppervlaktes van trommels worden betast en drumsolo’s ontbreken. Wolken van klank zijn het gevolg, die zich mengen met Lucas’ trombone en Kordiks onderaardse geluiden. In ‘Dried Mud Passing Trains’ klinkt het allemaal nog net iets experimenteler dan in opener ‘Cancel, Nave, Tower’. Lucas perst de meest onmogelijke klanken uit zijn trombone, nauw samenwerkend met Kordík die een soortgelijke klankwereld uit zijn synthesizer weet te halen. Prévost reageert met al even onrustbarende, metalig klinkende geluiden. Onstuimig gaat het er ook aan toe in ‘Peal Away’, met de akoestiek van deze kerk is het net of we in een fabriekshal zijn beland. Maar verderop horen we Prévost zowaar op zijn trommels slaan, al is het van korte duur. Meer hiervan op ‘Crumbling Orbit’. Prévost is hier duidelijk in de weer met vilten stokken, geflankeerd door Lucas’ scherpe uithalen.