Na zijn boek, ‘Uncommon Music for the Common Man’, dat hier gisteren aan bod kwam, de komende drie dagen aandacht voor de muzikale verrichtingen van Eddie Prévost. Vandaag besteden we aandacht aan drie cd’s met verschillende bezettingen, morgen en overmorgen komen twee keer twee trio Cd’s aan bod, allemaal vorig jaar verschenen. Allereerst twee albums die verschenen bij Prévosts eigen Matchless Recordings. De eerste bevat opnames uit 2000 met gitarist Derek Bailey, die reeds in 2001 verschenen onder de titel ‘ORE’ en onlangs opnieuw werden uitgebracht, de tweede bevat opnames gemaakt op 17 februari 2020, een reünieconcert van de Eddie Prévost band, met verder tenorsaxofonist Geoff Hawkins, trompettist Gerry Gold en bassist Marcio Mattos, uitgebracht onder de titel ‘Bean Soup and Bouquets’. Verder horen we Prévost naast bassist Olie Brice, saxofonist Binker Golding en de beide gitaristen Henri Kaiser en N.O. Moore op het bij 577 Records verschenen ‘The Secret Handshake with Danger, Volume 1’. Alles geïmproviseerd en dus ontstaan in het moment.
Cornelius Cardew, één van de leden van de vroege AMM, waar zoals u ongetwijfeld weet ook Prévost deel van uit maakte zei ooit: “We [AMM] are searching for sounds and for the responses that attack to them, rather than thinking them up, preparing them and producing them.” Het is een opmerking die Prévost op het lijf is geschreven, hij citeert deze uitspraak dan ook een aantal keren in bovengenoemd boek. Het is dan ook wat we hem en Bailey horen doen op dit ‘ORE’. Zeven stukken bevat het album, genoemd naar zeven metalen. Maar dat doet verder niet ter zake, want zoals dat hoort in de vrije improvisatie zit er ook achter dit album geen verhaal. Twee musici troffen elkaar, op twee dagen in maart 2000, voor de verandering in een studio en gingen samen op zoek naar klank. Gitaar en percussie en opvallend vaak lopen de klanken van deze twee instrumenten mooi in elkaar over. En natuurlijk beperken beide zich niet tot de conventionele uitingen. Wat Prévost onder percussie verstaat mag je ruim nemen en ook Bailey stond er om bekend dat hij van alles deed op zijn gitaar wat zijn leraren nooit toejuichten. Alles in dienst van die zoektocht naar klank. Eén die soms heftig klinkt, over elkaar buitelend, ietwat rommelig, vaak ook zeer intiem en subtiel.
Prévost richtte zijn Eddie Prévost Band op in de eind jaren ’70 van de vorige eeuw, een kaars die een aantal jaren later alweer uitdoofde, er volgde nog een concert in 1993 en ten slotte in februari 2020, waarvan de opnames dit ‘Bean Soup and Bouquets’ vormen. ‘Bean Soup’ duurt ruim veertig minuten en vormt dus het hart van het album. Een stuk dat begint met een uitgebreide passage van Mattos en Prévost, waarbij het er overigens nogal stevig aan toe gaat. En dan komen de beide blazers erbij, elkaar soepel afwisselend. Een sprankelend stuk waarin de vier musici krachtig samenspel leveren, maar waarin ook alle ruimte is voor solo’s. En zoals dat hoort bij improvisatie krijgt een ieder hiervoor ruimschoots de tijd. Neem die mooi ritmische solo van Mattos ergens op tweederde van dit eerste stuk en de wijze waarop Prévost zich er bij aansluit, Uiterst bescheiden in het begin, dan steeds meer aanwezig tot het een dialoog wordt. De beide blazers laten het verder vorm krijgen en pas als Mattos en Prévost laten horen dat het tijd wordt, voegen ze in. ‘Bouquets’ vangt aan met het duo Prévost – Hawkins, gevolgd door een vrij lange drumsolo en ook hier valt weer op hoe onstuimig het er in deze set dikwijls aan toe gaat. Vooral het spel van Prévost bezit in dit concert een grote, dwingende kracht.
Enkele uren voor de eerste lockdown op 25 maart 2020 voltooiden Brice, Binker, Kaiser, Moore en Prévost de gezamenlijke opnames van ‘The Secret Handshake With Danger’. Deel één is inmiddels uit, deel twee volgt nog. Twee stukken telt dit eerste deel, samen net geen veertig minuten. Brice en Prévost mogen beginnen, al snel gevolgd door de gitaristen en Binker. Zonder Brice, Prévost en Binker te kort te willen doen, zijn het toch vooral Moore en Kaiser en hun sterk overstuurde gitaren die hier de toon zetten. Binker sluit hier overigens naadloos bij aan met zijn springerige patronen. Bijzonder spannende jazz is dit, met een sterk gevoel van urgentie. Al zijn er zeker ook rustiger passages, waarin de gitaristen wolken aan klank produceren, Binkers stijl aan een ballade doet denken en Brice en Prévost het geheel aangenaam stofferen. Maar deze frases vormen altijd de opmaat naar een volgend elektrificerend moment, meestal aangezwengeld door Kaiser of Moore. Bijzonder is ook het begin van het tweede stuk, een futuristische klank, met beide gitaristen in actie en Brice en Prévost op de achtergrond. En dan het gitaarduo verderop, klinkend als een volledig op hol geslagen machine, het hoogtepunt van dit album.
Van de ‘Secret Handschake With Danger, Volume 1’ staat een fragment op Soundcloud: