In 2018 verscheen het debuutalbum van Mudita, ‘Sound of the Forest’. Het album kreeg prompt een Edison in de categorie Jazz Nationaal Vocaal voor de bijdrages van Sanne Rambags die samen met trompettist Koen Smits en pianist Sjoerd van Eijck dit trio vormt. Inmiddels ligt er het tweede album, uitgekomen bij ZenneZ Records, waarop het trio andermaal een ode brengt aan de natuur en nu specifieker de ‘Nature of the Netherlands’. Het maakt onderdeel uit van een project waar ook Staatsbosbeheer, het Nationale Parken Bureau en EMS FILMS aan mee doen. In eenentwintig korte stukken verklankt Mudita de eenentwintig Nationale Parken die Nederland rijk is.
Naar aanleiding van een concert in 2018 betoonde ik mij reeds enthousiast over dit bijzondere trio: “dit is muziek die ademt op het ritme van de natuur. Het pulserende, maar zeer bescheiden pianospel van Van Eijk, het omfloerste, licht schurende, gruizige trompetspel van Smits en de fragiele, intieme klanken van Rambags: ze vullen elkaar meer dan goed aan”. Dat is op dit nieuwe album niet anders, ook hier valt weer op hoe goed deze drie musici op elkaar zijn ingespeeld, hoe perfect Rambags stem aansluit op de klank van Smits’ trompet, soms zijn de klanken bijna niet van elkaar te onderscheiden en hoe trefzeker Van Eijks akkoorden ons in de stemming weten te brengen. Een paar van de stukken bevat een tekst, afgedrukt in het Cd boekje, maar meestal gaat Rambags voor pure klank, we zijn het inmiddels wel gewend van haar.
‘Lauwersmeer’ heeft een tekst, over de kracht van water. Ingetogen gezongen op een bedwelmend repetitief patroon van Van Eijk en Smits. Maar zoals gezegd, vaak beperkt Rambags zich tot klanken, daarin de mystiek en het gevaar die in de natuur nu eenmaal ook zit prima vangend. Het bijzondere ‘Drents-Friese Wold’ met krachtige stemkunst en het mystieke ‘De Biesbosch’ zijn mooie voorbeelden, die laatste overigens ook door de rillingen die Smits’ trompetklanken je hier bezorgen. Maar er zijn meer mooie voorbeelden van de wijze waarop dit trio de natuur in klank weet te vangen. De stuifduinen van ‘De Loonse en Drunense Duinen’ hoor je terug in de wegwaaiende klanken, de ‘Duinen van Texel’ in de wind die door de muziek waait en in ‘De Grote Peel’ klinkt weer de mystiek van het gevaar door. Kortom, ook dit album is weer een prachtige ode aan de natuur. Dat het dit trio inspireerde, moge duidelijk zijn. Voor de luisteraar is het niet anders, je krijgt direct zin om erop uit te trekken.
Bekijk hier de officiële trailer van het album: