Een vast onderdeel van het jazzfestival Middelheim, dat hopelijk dit jaar in augustus weer doorgang kan vinden, zijn sinds enkele jaren de residenties op het kleine podium. Meestal staat dan één musicus een hele dag centraal, die zelf invulling mag geven aan het programma. Op donderdag 3 augustus 2017 was dat toetsenist Jozef Dumoulin. Zodoende hoorde ik voor het eerst Trojan Panda, waarin Dumoulin voor de verandering eens niet te horen was op piano en Fender Rhodes, maar op gitaar. Bijgestaan door de gitaristen Sophie Bernardo en Léo Dupleix, bassist Julien Pontvianne en drummer Hugues Mayot. Onlangs verscheen bij Carton Records het eerste album, ‘Peau’, met daarop twee stukken uit die bewuste set in 2017, aangevuld met studio opnames van eerder dat jaar en uit 2019.
Ik was niet onverdeeld enthousiast over dit Trojan Panda, dat lees ik in ieder geval terug in mijn verslag op Draai om je Oren. Tijd dus om te kijken of ik mijn mening moet bijstellen. Als u jazz verwacht, Dumoulin kennende, moet ik u enigszins teleurstellen. Opener ‘Black Madonna’ valt namelijk eerder te omschrijven als stevige postrock, met drone elementen dan als jazz. Opvallend aan het stuk is verder dat het sterk repetitief ritmisch begint, maar halverwege voor korte tijd omslaat in ware chaos, iets dat dan weer minder past bij postrock. Na dit muzikale geweld brengen Dumoulin en de zijnen ons met ‘Myhtomane’ in rustiger vaarwater. Door de slepend ritmische structuur heeft dit stuk verder meditatieve kwaliteiten. Helemaal verbazen doet die grote diversiteit aan stijlen ons niet, we kennen Dumoulin inmiddels als een musicus die zich niet graag in hokjes laat stoppen.
Met het stevige ‘Sylvie Coiffure’ zitten we weer volop in de stomende en meeslepende postrock Bijzonder is ook ‘Joie de Vivre’, een stuk dat ook ‘last’ heeft van dat tegendraadse, licht chaotische dat we reeds bij ‘Black Madonna’ signaleerde en dat zorgt voor extra spanning.
Inmiddels klinkt het laatste nummer, ‘Animal’ en begrijp ik beter waarom ik in 2017 niet onverdeeld enthousiast was. Juist dit stuk komt, samen met het iets meer dan een minuut durende ‘Christus der Uns Selig Macht’, uit dat concert. Beide benaderen nog het meest de vrije improvisatie, maar tegelijkertijd zijn het de minst sterke stukken van dit album. De rest van dit album heeft zoals gezegd met jazz weinig te maken, maar zal de avontuurlijk ingestelde rockliefhebbers onder ons zeker aanspreken.
Naschrift:
De afgelopen dagen kwam er na aanleiding van deze recensie een correspondentie met Jozef Dumoulin tot stand. Wat blijkt, de stukken die ik met improvisatie associeer zijn gecomponeerd, waarbij ‘Christus der Uns Selig Macht’ een koraal is van Johann Sebastian Bach waar dit kwintet geen noot aan veranderde. De overige stukken zijn niet gecomponeerd, terwijl juist die voor mij wel als zodanig klinken. Dumoulin wilde dit graag aan mij kwijt en ik vond dit dusdanig interessant dat ik mijn verhaal er graag mee aanvul.
Het album is te beluisteren en te koop via Bandcamp: