Norman Westberg was de gitarist van het befaamde Swans. Componist en bassist Jacek Mazurkiewicz leerde hij kennen toen die laatste aantrad tijdens de tour die Swans in 2014 maakte door Europa. “I really enjoyed his approach”, merkt Westberg op, terugkijkend op die tour, iets wat we begrijpen bij het beluisteren van het bij Hallow Ground verschenen ‘First Man in the Moon’. De uit Saarland afkomstige gitarist Olaf Rupp maakte eveneens een album met een bassist: de uit Engeland afkomstige John Hughes. ‘Plursath’ verscheen als download in eigen beheer.
Duistere klanknevels in ‘What is Good for the Goose’, waarbij we primair Mazurkiezwicz horen met zijn strijkstok. Het is Westberg die hier met een grote diversiteit aan technieken wat kleur in aanbrengt, al blijft de muziek zwanger van onheil, zonder in de heftigheid te vervallen die we van Swans gewend waren. ‘That was Then’ klinkt nog iets meer verontrustend, gruizig en met naar het einde toe mooi getokkel van Westberg, de klankwolken doorsnijdend. Het titelstuk, ‘First Man in the Moon’ ligt iets minder zwaar op de maag en kent duidelijke folk invloeden, mooi spel ook van de beide heren. Naast gitaar en bas horen we op dit album ook elektronica, bijvoorbeeld in de vorm van dat typische geluid van kerkklokken in ‘Falsely Accused’. Het geeft een aparte kleur aan de drone. Tot slot valt ‘Oxnard’ op door het meeslepende repetitieve karakter.
Rupp en Hughes beperken zich tot hun instrumenten: een elektrische gitaar en een contrabas. Ook de muziek is totaal anders. Waar Westberg en Mazurkiewicz zich richten op het creëren van vijf muzikale verhalen, landschappen vol nevel en duisternis, richten Rupp en Hughes zich veel meer op de aard van de klank. Het zijn hier dan ook niet zo zeer composities, maar veeleer improvisaties vol prachtige muzikale vondsten. En op dat vlak valt er hier zonder meer veel te genieten. In het titelstuk ‘Plursathn’ bijvoorbeeld, tevens de opener, waarbij ook de afwisseling opvalt, zonder dat daar overigens enige structuur in valt te ontdekken, tussen aan de ene kant momenten waarop de twee bijna op zoek lijken naar klank en aan de andere kant woeste, aan zware rock refererende uitbarstingen. Diezelfde terloopse grilligheid komen we tegen in ‘Oh the Places You Won’t Go!’, dat overigens aan het eind ook nog een mooie bassolo bevat. In ‘Dezenbar’ ligt het tempo aanvankelijk een stuk lager, wat dit eerste deel tot een bijzondere geluidssculptuur maakt, tot Rupp hier letterlijk de snaren spant en tegen de helft een ander geluid binnen brengt. Die verschillende muzikale sferen, die elkaar in een verbluffend tempo opvolgen, maken dit tot een bijzonder sterk en afwisselend album.
De albums zijn (deels) te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: