Nog één keer een gitarist die het trio als vorm koos voor zijn album: De Deense gitarist Jakob Bro, inmiddels één van de bekendere Europese gitaristen van dit moment. Hij speelt graag in dit verband, eerder maakte hij albums met de klassieke combinatie van gitaar, bas en drums, onder andere met Thomas Morgan en Joey Baron, maar nu gooit hij het voor het bij ECM Records verschenen ‘Uma Elmo’ over een andere boeg en verkent met het inschakelen van Arve Henriksen en Jorge Rossy de combinatie gitaar, trompet en drums.
Het was de eerste keer dat ze samenspeelden, daar in de studio van de Zwitserse radio in Lugano, waar dit album is opgenomen. ‘Reconstructing a Dream’, het vrij lange stuk waar dit album mee opent is direct ook één van de hoogtepunten. De prachtige omfloerste klank van Henriksens trompet, zo ongeveer zijn handelsmerk, valt hier op boeiende wijze samen met de introverte klank van Bro’s gitaar, terwijl Rossy louter zeer bescheiden accenten plaatst. Een stuk op de grens van melodie en geluidssculptuur. ‘To Stanko’ is een tribuut aan de legendarische Poolse trompettist Tomasz Stańko, Bro werkte mee aan diens album ‘Dark Eyes’, dat eveneens bij ECM Records verscheen. En Henriksens partij kent hier diezelfde omfloerste lyriek waar Stanko zo beroemd door werd. Een tweede in memoriam is ‘Music for Black Pigeons’ waarin Bro de saxofonist Lee Konitz herdenkt waar hij eveneens enige albums mee maakte.
Een ander hoogtepunt is het langste stuk van het album: ‘Housework’, het vangt aan met een gruizig duistere passage van Henriksen, waarna we Bro horen met juist uiterst heldere klanken, zorgvuldig vormgegeven. Daartussen beweegt Rossy zich met zijn subtiele percussie. Gevolgd door een prachtig subtiele dialoog tussen trompet en gitaar, die langzaam aan steeds meer scherpte krijgt, vooral in het gitaarspel.
Exemplarisch voor dit album is ‘Morning Song’, dat we in twee versies vinden, halverwege en helemaal aan het eind. Associeer hier een zonsopkomst bij, in een prachtig landschap. Henriksens ietwat vage melodie, Bro’s subtiele klanken die hier wonderlijk mooi mee mengen. Alles met een eindeloze subtiliteit, zonder enige vorm van effectbejag of dynamiek, louter verstilling. In de tweede versie wordt deze sfeer nog sterker neergezet, klinkt het spel van Henriksen nog omfloerster, dat van Bro nog fragieler. Wat een klankbeheersing, wat een timing.