Je kunt je gitaartrio ook anders samenstellen. Zo koos Rez Abbasi voor het bij Whirlwind Recordings verschenen ‘Django Shift’ Neil Alexander op orgel, synthesizer en elektronica, naast drummer Michael Sarin En nodigde Marzio Scholten voor het in eigen beheer uitgebrachte ‘Isolophilia’ pianist Wolfert Brederode en bassist Ernst Glerum uit.
We begonnen deze serie over de gitaar in de jazz met de muziek van Django Reinhardt, een musicus waar Rez Abbasi naar eigen zeggen sterk door beïnvloed is, het album dat hij uitbracht heet niet voor niets ‘Django Shift’: “My aim was to honor Django’s compositional character while infusing it with my own compositional voice. Thus I kept his melodies intact, utilizing them to serve as the foundational identity for each piece. From there, I had the freedom to add my own voice through harmonic content, rhythmical cadences, meter changes, textural development as well as improvisation.”
En dus bevat dit album zeven bewerkingen van Reinhardtcomposities, naast ‘Anniversary Song’ van Ian Ivanovici en ‘September Song’ van Kurt Weil. Qua gitaarspel komt Abbasi dicht bij Reinhardt, maar door de toevoeging van Sarin en met name Alexander vinden hier interessante vernieuwingen plaats, die Reinhardt’s composities in een geheel nieuw licht plaatsen. Als voorbeeld kunnen ‘Heavy Artillery’ en ‘Django’s Castle’ dienen. in de eerste is de melodie duidelijk waarneembaar, maar geeft Abbasi er een zeer originele draai aan, geholpen door Sarins krachtige slagen en Alexanders aantrekkelijke spel op het orgel, in de tweede, een ballade, valt met name het orgelspel op, in combinatie met de gitaar. Vermeldenswaard tot slot is het uptempo ‘Hungaria’, waarbij met name de overtuigende synthese tussen de drie instrumenten opvalt.
Marzio Scholten studeerde in 2006 af aan het conservatorium van Amsterdam en timmert sindsdien gestaag aan de weg. ‘Isolophilia’, dat reeds in 2019 verscheen is zijn zesde album, maar de eerste in deze samenstelling. Nu kennen we Brederode en Glerum maar al te goed en dus weten we ongeveer wel wat voor type album dit oplevert. Met name Bredorde heeft een zeer uitgesproken stijl, één die goed past bij het vermaarde ECM Records waar hij domicilie heeft gekozen. Glerum is wat minder stijlvast, hij voelt zich immers zowel thuis bij het ICP Orchestra als in de meer lyrische jazz. En ‘Isolophilia’ hoort zonder meer thuis in de laatste categorie. Neem het uitermate subtiele titelstuk en die prachtige melodie waarin de bijdrages van Scholten en Brederode nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn, of de sympathieke ballade ‘Heartland’, waarin Scholten zijn spel net even iets meer dynamiek geeft en van een aangenaam rafelrandje voorziet. Bijzonder is ook de mooi slepende tango ‘Bocanegra’, een stuk dat je niet direct verwacht op dit album, maar dat wel prima past.
Beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: