Met het bij ECM Records verschenen ‘Looking at Sounds’ presenteert de Algerijns-Franse bassist Michel Benita zijn nieuwe kwartet. De toetsenist Jozef Dumoulin is nieuw in dit kwartet, terwijl Benita de Zwitser Matthieu Michel, te horen op bugel en de Franse drummer Philippe Garcia reeds kent van zijn Ethics band. Het was vooral Dumoulin en zijn verrichtingen op de Fender Rhodes en de bijpassende elektronica die hem inspireerde tot het nieuwe materiaal dat we op dit album horen, naast een paar covers.
En inderdaad is het ook vooral Dumoulin die dit album zijn specifieke geluid geeft. Reeds in ‘Darvish Diva’, één van die stukken waarin we Benita’s oriëntaalse wortels terughoren, is hij het die voor het repetitieve patroon zorgt, waar Michel zijn romige melodie over uitspreidt. Het is aan de man zijn kwaliteiten te wijten dat het zo klink, maar zeker ook aan de kenmerken van dit bijzondere instrument, dat nu eenmaal omfloerster klinkt dan de trompet. Bijzonder is ook de ingetogen combinatie van Kristen Noguès’ ‘Berceuse’ en Benita’s ‘Gwell Talenn’, waarin dit kwartet een opperste harmonie bereikt. Benita zelf horen we goed met zijn repetitieve patroon in ‘Looking at Sounds’. Overigens een mooi abstract stuk waarin ook Dumoulin uitstekend tot zijn recht komt.
Hoogtepunten zijn ‘Slick Team’ en ‘Cloud to Cloud’. Die eerste met name door de wijze waarop aan het begin Dumoulin en Michel zorgen voor een indrukwekkend klanklandschap. Later voegt Garcia zich hierbij met een strak ritme, zo dit enerverend stromende stuk verder uitbouwend. In het tweede stuk creëren Dumoulin en Benita, hier op zijn laptop, een indrukwekkende klanknevel. Dan horen we die laatste op zijn bas, met een zangerig geluid en voegt ook Michel zich erbij. Maar het album bevat ook beduidend abstractere stukken, het eerder genoemde ‘Looking at Sounds’, maar ook ‘Barroco’ en ‘Body Language’ vallen daaronder. Stukken waarin je goed de invloed van Dumoulin op dit album terughoort. Als slot van het album klinkt ‘Never Never Land’, van Julie Styne, Betty Comden en Adolph Green, waarin we Benita solo horen op zijn bas, op ingetogen wijze de noten vormgevend. Een prachtige afsluiting van een bijzonder album.