Eind vorig jaar besteedde ik hier voor het eerst aandacht aan Rinus van Alebeek. Sindsdien is er weer een hoop gebeurd en lanceerde hij de nodige downloads. We pakken er hier drie heel recente bij: ‘Radio Europe’, ‘Kulissenabriss’ en ‘Daguerreotypes’. De gemene deler op alle drie de albums is dat Van Alebeek louter werkt met bestaand materiaal, wat hij op zijn eigen wijze manier met elkaar combineert.
Zo was Van Alebeek in 2017 in Polen en zoals voor hem gebruikelijk maakte hij daar wandelingen met de microfoon in de hand en leverde commentaar op wat hij zag en deed, als een auditief dagboek. Daarnaast maakte hij opnames van radio-uitzendingen. Nu kunnen we naar al dat fraais luisteren onder de titel ‘Radio Europe’. Van Alebeek vermengde zijn monologen, de veldopnames en de radio opnames tot een spannend geheel, met name boeiend door de abrupte overgangen die hij in zijn stuk hanteert. En dus horen we ineens een discodreun, een paar meeuwen, pure noise, enzovoort. En wat op zich meestal geen muziek is, wordt het door deze wijze van combineren.
‘Kulissenabriss’ kwam op soortgelijke wijze tot stand. Alleen gaat het nu om opnames die Van Alebeek in januari 2003, gedurende een strenge winter, maakte op verschillende locaties in zijn woonplaats Berlijn, Dresden en Wuppertal. Het gaat hier niet om een nieuw album, want het werd reeds in datzelfde jaar op Cd-r uitgebracht door Zeromoon. Met zes stukken, opgenomen in drie steden is het een afwisselender album dan ‘Radio Europe’. Op dit ‘Kulissenabriss’ wordt immers geen doorgaand verhaal verteld. Tevens maakt Van Alebeek hier van meer verschillende bronnen gebruik, zo horen we in ‘Ästhetik der Existenz’ Barbara Gessner praten over existentie, gevolgd door slechte opnames van een nog slechter klinkende piano.
Voor de drie stukken op ‘Daguerreotypes’ gebruikte Van Alebeek een ander procedé. Hier dienden geen zelfgemaakte opnames als basis, maar cassettebandjes die hij kreeg. Ook muzikaal wijkt dit album af. Zijn de twee andere albums vooral te zien als geluidssculpturen, hier is in twee van de drie gevallen veel meer sprake van composities. Zo heeft ‘The Great Whale’ een duidelijke ritmische structuur, prachtig opgebouwd uit een bonte verzameling noise en industrial. Bijzonder is ook ‘The Opium Merchant’ waarin hij een Chinese melodie, zoals je die vaak bij een Chinees Indisch Restaurant hoort, vermengt met noise en veldgeluiden. Het laatste stuk, ‘Wintespaziergang im Schnee’ komt dn weer vrij goed overeen met de andere twee albums, ook hier gaat het overduidelijk om een geluidssculptuur.
Alle drie de albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: