Van alle vocalisten en stemkunstenaars die er rond lopen in de wereld van de jazz en de geïmproviseerde muziek is Jaap Blonk zonder meer één van de meest opvallende. Al sinds decennia staat hij aan de top van de internationale stemkunst. Meer nog dan zanger kunnen we hem instrumentalist noemen. Een instrumentalist die zich allereerst bedient van zijn stembanden en daarnaast steeds vaker van elektronica. Met twee recente albums, die vorig jaar bij eigen label Kontrans uitkwamen: ‘New Start’ en ‘Improvisers’ verrast hij andermaal.
In Jaap Blonk’s Retirement Overdue, Blonk is inmiddels 65, omringt hij zich met musici die zijn zonen hadden kunnen zijn: de gitaristen Miguel Petruccelli en Jasper Stadhouders, die ook om beurten de basgitaar hanteren en drummer Frank Rosaly. Wie deze jongens en Blonk kent weet wat dit betekent: onvervalst vuurwerk. Twee keer tien nummers biedt dit album. En zoals gezegd, zingen doet hij nauwelijks. Hij praat, fluistert, schreeuwt, kreunt, kermt en vormt hiermee een onlosmakelijk onderdeel van dit kwartet. Hierbij gebruikmakend van fantasiewoorden, soms ook van bestaande, maar dan vrijwel altijd losgerukt uit de context, bijvoorbeeld door eindeloos “What the president will say and do” te herhalen in het gelijknamige nummer. Het gaat Blonk duidelijk niet om het vertellen van een verhaal, of het moet een muzikaal verhaal zijn, zoals in ‘Talking Drum’, waarin hij als ‘percussionist’ de dialoog aangaat met Rosaly. Uitzonderingen op de regel zijn ‘My First Nightmares’, ‘Measure the Night’ en die bizarre cover van Leonard Bernsteins ‘Somewhere’, in die laatste horen we hem dan ook nog zingen, alhoewel. Blonk mag ook graag hele verhalen vertellen in talen die wij niet machtig zijn, zoals in ‘Wob Hape’, ‘Pook Naw’, ‘Kown Sah’ en ‘Nem Boha’, niet toevallig de vier puur geïmproviseerde stukken. Hoogtepunten vind ik verder ‘Aggeloeche’ en ‘I Saw a Wobbzag’, met name vanwege het angstaanjagende gitaarspel en dito zang van Blonk.
Ik ben geen Blonk deskundige dus over het feit of dit nu echt een nieuwe start is of gewoon een voortzetting van wat Blonk al decennia doet, laat ik mij niet uit, maar over de kwaliteiten van dit kwartet hoeven we het niet lang te hebben. Laat Blonk vooral honderd worden en nog vele Cd’s maken met deze “wonderful younger musicians”.
In november 2019, toen het nog kon, trad Blonk met Lou Mallozzi, die werkt met bandrecorders, Cd-spelers en andere gadgets en Ken Vandermark op in Chicago. Door de bezetting is dit natuurlijk een totaal ander album geworden, maar één die bijzonder goed blijkt te werken. Opvallend aan deze zes stukken is dat vaak nauwelijks is uit te maken of we nu met Blonk, Mallozzi of Vandermark van doen hebben. Natuurlijk Blonk gebruikt zijn stem, maar Mallozzi heeft zijn cassettes en de geluiden van Vandermark doen vaak opvallend veel aan elektronica denken. Kortom zes prachtige geluidssculpturen zonder houvast, zonder richting en zonder doel, maar waarbij de musici op grootse wijze bij elkaar aansluiting vinden en waarin de creativiteit onuitputtelijk is.
Beide albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop. De Cd’s kunnen ook besteld worden via Toondist.