De Noorse Karoline Wallace behoort bij het type componist / musicus dat zich net zo gemakkelijk beweegt binnen de jazz en geïmproviseerde muziek, wat ze studeerde aan de Grieg Academy in Bergen en aan het Royal College of Music in Stockholm, als in de gecomponeerde muziek, onder andere bezegeld door het behalen van een master aan de Rhythmic Music Academy in Kopenhagen. Het komt allemaal samen in haar bij Øra Fonogram verschenen nieuwe album ‘Stiklinger’ waarvoor ze alle stukken schreef, uitgevoerd door een octet en waarop ze zelf te horen is als vocaliste.
Als inspiratiebron diende de tuin van haar oma, waar een wereld achter schuilgaat: “Grandma’s garden may seem like a normal garden, but it is full of magic. Just about every plant that grows there comes from cuttings she has collected throughout her life. From experiences, travels, and meaningful encounters. In it, you can discover plants that originate from my mom’s bridal bouquet, bushes from her childhood home in Lofoten and cacti she stuffed in her purse when on vacation in the Gambia with Grandpa.”
Zes gecomponeerde stukken waarin die verrassende wereld muzikaal tot uiting komt. Typisch ‘jazz’ zijn de strakke ritmische patronen en de blazerslijnen die bij een bigband niet zouden misstaan. Typisch voor de jazz zijn ook de solo’s, maar die ontbreken hier nagenoeg. Wat we wel horen is een cassettespeler, direct al in ‘Rosehus’, met daarop gesproken tekst, iets dat ons, samen met de enigszins anarchistische intermezzo’s die de structuur onverwachts kortstondig om zeep helpen, weer meer doet denken aan de wereld van de experimentele avant-garde. En het zijn niet zo maar cassettebandjes. Ze bevatten opnames uit haar privécollectie, waarop we haar ouders en oma horen praten en lachen. ‘Tri loopår’ levert nog meer verrassingen op, aangezien we hier allereerst een mix van rock en improvisatie à la Mats Gustafson / Paal Nilssen-Love voorgeschakeld krijgen, afgewisseld met cabareteske passages, waarin wederom die cassettebandjes een hoofdrol spelen. Maar we zijn er nog niet, want ‘Plis Rosalin’ en ‘Ett er nødigt’ vallen goed te omschrijven als ingetogen folk, waarbij overigens Wallace’s vocale kwaliteiten mooi tot uiting komen. Ook op ‘Om du e 1.60 høy?’ en ‘Nei, Karoline, nå kommer sola’ ruim baan voor de cassettebandjes, in samenspel met Wallace stem, respectievelijk Thibault Gomez’ geprepareerde piano, prachtige geluidssculpturen opleverend.
Intussen wordt er ook prachtig gemusiceerd door de overige leden van dit octet. De twee blazers, altsaxofonist en klarinettist Jonas Engel en trompettist Erik Kimestad, de celliste Ida Nørby, de pianist Thibault Gomez, de bassist Petter Asbjørnsen, de drummer Szymon Pimpon en Kristian Tangvik die de cassettespeler mag bedienen. Opvallend en dat maakt Wallace toch primair tot een componist, is de hechte structuur van die stukken en de wijze waarop de diverse bijdrages met elkaar samenvallen. Wallace liet werkelijk niets aan het toeval over.
Het album is te beluisteren via Bandcamp en ook daar te koop: