Grote kans dat u de vocaliste Allegra Levy nog niet kent. Het bij SteepleChase Records verschenen ‘Lose My Number’ waarop ze composities van trompettist John McNeil ten gehoren brengt, is haar derde album. Samen met drie andere vrouwen: pianiste Carmen Staaf, bassiste Carmen Rothwell en percussioniste Colleen Clark weet ze echter op zeer aangename wijze te verrassen.
Want het is beslist een bijzonder album geworden, te meer daar McNeil nooit liederen heeft geschreven. Zijn composities zijn instrumentele stukken waar Levy zelf teksten bij heeft gemaakt. McNeil, die deze stukken componeerde in de laatste twee decennia van de vorige eeuw. zegt over deze bewerkingen: ““Allegra Levy’s lyrics have a somewhat cynical, noir-ish take on the world – right up my alley.”
McNeil kennen we van het Thad Jones/Mel Lewis Orchestra, het Horace Silver Quintet en zijn samenwerking met Gerry Mulligan, maar zeker ook van het grote aantal composities dat hij schreef en waarvan de uit New York afkomstige Levy er hier, op haar derde album, dus een deel ter hand neemt. Reflecterend op dit project zegt ze: “He’s always been in my corner, and always been such an empathetic and important person in my life. I always felt that his melodies were really memorable, and that they told these stories.” Daarmee maakte ze het zichzelf allesbehalve gemakkelijk. Het zijn dan ook echt verhalen die Levy hier brengt, half pratend, half zingend. Soms gebaseerd op de verhalen van McNeil, die hem inspireerden tot de originele composities, soms ook op Levy’s eigen ervaringen. Dat het boekje bij de Cd de teksten bevat van de liederen is dan ook een welkome aanvulling.
Opvallend is ook zeker het trio dat Levy op dit album ondersteunt. Het pianospel van Staaf onderscheidt zich niet enkel door de lyriek, maar zeker ook daar haar ritmisch stuwende spel; Rothwell blijkt te beschikken over een aanstekelijke groove en Clark weet iedere keer net op het goede moment de sfeer te verrijken met haar perfecte timing. Een hoogtepunt is de ballade ‘Tiffany’, waar een verhaal van McNeil aan ten grondslag ligt: “It was his future wife’s birthday, and he’d just come off a gig. McNeil found himself walking by Tiffany’s, the posh jewelry store, in the early morning, thinking, ‘If only I could buy Lolly something from here. Something nice.’”. Hij hield zich echter in, spullen genoeg en schreef in plaats daarvan dit stuk voor haar.
Op een aantal stukken horen we McNeil zelf, bijvoorbeeld in ‘Strictly Ballroom’ en ‘C.J.’ In de eerste horen we hem in een prachtige, mooi subtiele solo, maar let hier zeker ook op de bijdrages van Staaf en Rothwell en in de tweede klinkt hij krachtig en swingend. Een stuk waarin overigens ook Clark prachtig aan bod komt. Tot slot kan ik niet anders dan Levy’s vocale kwaliteiten in alle toonaarden prijzen, een klassieke jazzzangeres in de beste traditie.