Ravello Records bracht onlangs onder de titel ‘Songs from a Spiral Tree’ zo ongeveer het complete oeuvre voor stem uit van de Amerikaanse componist James Dashow. Aangezien Dashow regelmatig werkt met elektronica ter ondersteuning van die menselijke stem, vervolgen we hiermee direct ook beide lopende series: de menselijke stem en elektronica als onderdeel van de hedendaagse gecomponeerde muziek.
Dashow komt uit Chicago, waar hij in 1944 werd geboren. Hij studeerde aan de plaatselijke universiteit en trok met een beurs naar Italië om te studeren bij Goffrede Petrassi, terwijl hij zich zelfstandig verdiepte in het werk van Luigi Dallapiccola, die hier pas nog voorbij kwam met zijn opera ‘Il Prigioniero‘. Het was ook in Italië dat hij met computers begon te werken, op uitnodiging van Graziano Tisato, die verbonden was aan het computercentrum van de universiteit van Padua. Het zou zijn werk blijven vormgeven, nog in 2003 was hij composer-in-residence bij de 12th Annual Florida Electroacoustic Music Festival in Gainesville, Florida.
Dit dubbelalbum begint met de uit vijf liederen bestaande cyclus ‘Songs from a Spiral Tree’, geschreven tussen 1983 en 1986. We horen de mezzo-sopraan Constance Beavon, met als begeleiding fluitist Lauren Weiss en harpiste Lucia Bova. Wat direct opvalt is de briljante wijze waarop Dashow hier de beide instrumenten (Weiss bedient zich zowel van de gewone fluit, de altfluit als de piccolo) de dialoog aan laat gaan met de menselijke stem tot een onlosmakelijk geheel. Neem het tweede deel, waarin hij Beavon half laat praten, half laat zingen en waar met name de fluit excelleert met vogelachtige geluiden. Het bijna een half uur durende ‘Ashbery Setting’, stammend uit begin jaren ’70, schreef Dashow voor sopraan, Lisa Pierce, fluit, Jayn Rosenfield en piano, James Winn. Het is een zeer experimenteel stuk waarin Dashow de klanken van de fluit en de piano vaak op bijzondere wijze laat interacteren. Tevens zit er een bepaalde stroefheid in het stuk, vooral door het werken met opvallende wendingen en grote dynamische contrasten. Ook ‘Some Dream Songs’, voor sopraan, nu Joan Logue, viool en piano, Mario Buffa en Giancarlo Simonacci, is een zeer expressief werk. Dashow merkt er zelf over op: “The soprano sings, talks, mimics, converses with the pianist, croons with the violinist, the music going hand in hand with the poems’ mercurial subject.”
In ‘Second Voyage’, gecomponeerd aan het eind van de jaren ’70 en het rond de eeuwwisseling ontstane ‘Sul Filo dei Tramonti’ speelt de elektronica een allesbepalende rol, iets dat aan deze twee composities beslist het nodige toevoegt en het experimentele karakter, wat deze liederen van Dashow sowieso kenmerkt, nog scherper aanzet. In ‘Second Voyage’ horen we de enige tenor op dit album: de beroemde George Shirley, in ‘Sul Filo dei Tramonti’ wederom een sopraan, nu Sonia Visentin, verder nog begeleid door pianist Aldo Orvieto. Twee bijzondere stukken, maar met name ‘Second Voyage’ springt eruit, niet in het minst door de kwaliteiten van Shirley.
Het album is te beluisteren via Spotify: