Twintig jaar bracht de uit Nieuw Zeealand afkomstige componist Denis Smalley geen nieuw werk uit, zijn laatste album, ‘Scources / Scènes’, verscheen in 2000 bij Empreintes DIGITALes, nu gevolgd door twee albums kort nar elkaar. ‘Portail’ verscheen in december vorig jaar, ‘Vues Spectrales’ komt in februari uit. Het werk van Smalley is vergelijkbaar met dat van Vande Gorne, die hier gisteren voorbij kwam, in de zin dat we ook zijn werk scharen onder de elektro-akoestische muziek.
Smalley studeerde aan de University of Canterbury in zijn vaderland en behaalde daar een diploma als organist om aansluitend compositie te studeren aan de Victoria University of Wellington. In 1971 kon hij met een beurs naar Parijs, studeerde daar compositie bij Olivier Messiaen en volgde tegelijkertijd de cursus elektro-akoestische muziek bij de inmiddels vermaarde Groupe de recherches musicales (Ina-GRM). Aansluitend verhuisde Smalley naar Londen waar hij zijn DPhil in compositie behaalde aan de University of York. Het zou allereerst resulteren in een carrière als professor, onder andere op het Department of Music aan de City University in London en pas daarnaast aan die van componist, het verklaart Smalleys relatief kleine oeuvre.
Een belangrijk kenmerk van veel elektro-akoestische muziek, ook Vander Gorne werkt daar veelvuldig mee, is het werken met meerdere kanalen en dus ook met de plaatsing van luidsprekers door de ruimte. Iets wat op een Cd helaas niet hoorbaar is, maar live vaak een overweldigend effect scoort, de muziek komt immers van alle kanten. Wonderlijk eigenlijk dat deze muziek desondanks zo weinig live wordt uitgevoerd. Het zou een compositie als de driedelige ‘Fabrezan Préludes’, te vinden op ‘Portail’, waarbij Smalley het eerste deel baseerde op de piano prelude ‘La Cathédrale engloutie’ van Claude Debussy, zeker ten goede komen. De spookachtige klanknevels zouden dan letterlijk door de ruimte zweven.
‘Sommeil de Rameau’, een hommage aan de Franse barokcomponist, is volgens Smalley “a contemplative journey based around recurring refrain materials, contrasted with diversions into a series of episodes that lengthen as the piece progresses.” Aan dit stuk hoor je overigens ook goed Smalleys achtergrond als organist terug. Opvallend aan de muziek van Smalley in de laatste twee decennia is de klankbenadering, ritme en melodie spelen totaal geen rol, harmonie des te meer. Hij blijkt een meester in het neerzetten van sfeervolle geluidssculpturen. De liefhebbers van de betere ambient moeten deze albums beslist beluisteren. Ook ‘Spectral Lands’, Resounding’ en ‘Ringing down the Sun’, te vinden op ‘Vers Spectrales’ vallen hieronder. Het laatste stuk ontstond in Denemarken en verwijst naar de traditie om de klokken te luiden aan het einde van de werkdag (ringer solen ned in het Deens). Smalley hierover: “This idea seemed metaphorically to coincide with my attitudes towards the sounds, contours and spaces I was immersed in, and it steered the direction of the piece.”
Door het toevoegen van twee oudere stukken aan de albums, het uit 1978 stammende ‘Pieces of Time’ en het in 1982 gecomponeerde ‘Vortex’ is goed de ontwikkeling te horen die Smalley doormaakte. In ‘Pieces of Time’ werkt Smalley met pulses en percussieve klanken en ook in ‘Vortex’ zit beduidend meer dynamiek dan in de hierboven genoemde stukken. Het maakt deze man en zijn muziek des te boeiender.