James Welburn weet te overweldigen. Reeds in ‘Naught’ de opener van zijn debuutalbum ‘Hold’ zet hij, na een sferisch maar duister intro, een drone neer die klinkt als een alles verpletterende tank. Ondersteund door de monotone mokerslagen van niemand minder dan drummer Tony Buck (onder andere bekend van The Necks) haalt Welburn hier direct het onderste uit de kan.
En als je dan denkt dat het niet heftiger meer kan dan zo, zet hij er nog een paar tandjes bij! Het drumspel van Buck in de marge duwend en alles overspoelend met een tsunami van geluid.
Bij ‘Shift’ geeft Welburn je het gevoel alsof je in een centrifuge bent beland die op hoge toeren draait. Het slagwerk op zeer hoog tempo in combinatie met de pulserende geluidsgolven schudden je als luisteraar volledig door elkaar. En als het duo dan ook nog het tempo weet op te voeren klinkt het geheel helemaal als een afmattende draaikolk.
De missie van Welburn is intussen voor de luisteraar duidelijk. Hij is op zoek naar de perfecte drone, die de luisteraar kan meesleuren de diepte in. Hij spaart daarbij niets en niemand en maakt gebruik van het complete idioom dat een muzikant ten dienste staat: ambient, noise, metal, tribal en techno. Alles komt op dit album voorbij in een altijd weer spannende en overweldigende mix. Zo grijpt hij in ‘Duration’ naar het idioom van de tribale dansen. Het nummer is broeierig, heftig en aards, de luisteraar in trance brengend. Wat hem niet in de laatste plaats lukt door het heftig ritmische slagwerk van Buck.
Pas bij ‘Hold’ komen we in rustiger vaarwater, maar dat is dan al het laatste nummer. Hier is ambient de grondslag voor Welburn, maar dan wel van het duistere soort. En als de laatste noten zijn weggestorven is er maar één conclusie mogelijk: Welburn heeft een overweldigend, heftig en bij tijd en wijlen inktzwart album afgeleverd.
Het album is verschenen bij Sonic PIeces / Miasmah en hier ook te koop (als CD en als LP). Via Soundcloud is het album ook digitaal te bestellen: