Annette Vande Gorne is zonder meer één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de elektro-akoestische muziek van dit moment. Zowel in haar rol als componist, duidelijk beïnvloed door François Bayle and Pierre Henry, als in die van professor in akoesmatisch componeren aan het conservatorium van Luik en als artistiek directeur van het gezaghebbende Musiques & Recherches. Onlangs verschenen er twee nieuwe albums met haar muziek, beiden bij het in deze muziek gespecialiseerde Canadese Empreites DIGIALes: ‘Haïkus’ en ‘Illusion’.
Vande Gorne studeerde in Mons en Brussel, onder andere bij Jean Absil, maar het was in Parijs dat ze bevangen raakte van de akoesmatiek. Ze studeerde aansluitend musicologie in Brussel en compositie bij Guy Reibel en Pierre Schaeffer aan de Conservatoire national supérieur in Parijs. Ze richtte Musiques & Recherches op, alsmede de Métamorphoses d’Orphée studio en helpt mee aan het verspreiden van deze muziekvorm door het organiseren van concerten en het festival L’Espace du son, waarover later meer.
Middels ‘Haïkus’, Vande Gorne schreef de delen tussen 2016 en 2020, maken we een reis door de tijd. Het stuk begint met nieuwjaarsdag en eindigt daar ook wee mee. De compositie begint heftig, met de klanken van vuurwerk, maar dan op grondige wijze elektronisch bewerkt. Het is wat deze muziek kenmerkt, het gebruik van allerhande veldopnames, bijvoorbeeld dit vuurwerk, of de vogelgeluiden in het erop volgende ‘Printemps’, gecombineerd met een grote diversiteit aan geluiden, gemaakt met elektronische instrumenten. Het onverwachte speelt daarbij een grote rol, want de muziek kenmerkt zich altijd door abrupte overgangen, spannende wendingen en een grote mate van dynamiek. Beluister bijvoorbeeld ‘Jeux mécaniques’, met zijn heftige en disruptieve klanken.
‘Illusion’ bevat vier stukken. Voor het eerste, ‘Au-delà du réel’, dient het geluid van klokken als basis. Het geluid van een veelkleurig carillon wordt hier door Vande Gorne op boeiende wijze elektronisch gemanipuleerd en versterkt, maar zonder de originele geluiden al te zeer geweld aan te doen, een mooi, contemplatief stuk. Voor ‘Déluges et autres péripéties’ gebruikt Vande Gorne gedichten van en ingesproken door Werner Lambersy, afgezet tegen een al even poëtische geluidssculptuur. Door de stemvervorming en de vaak vervreemdende muziek is ook dit een bijzonder stuk. Vermeldenswaard is ook nog het ingetogen ‘Faisceaux’ dat we in twee versies aantreffen, de eerste bestaat louter uit elektronica, terwijl we in de tweede versie naast de elektronica ook de piano horen, hier Ana Cláudia de Assis.
m