Ondanks het feit dat de componist Bronius Kutavičius van 1932 is en tot de meest prominente componisten van Litouwen behoort, had ik nog nooit van hem gehoord. Wordt zijn muziek hier in Nederland uitgevoerd? Ik ben hem in ieder geval nog nooit tegengekomen. Tot nu dan, want het Music Information Centre Luthania, dat hier onlangs nog aan bod kwam met een album van het Twenty Fingers Duo, bracht twee werken voor koor van hem uit, beiden gezongen doo het Aidija Chamber Choir, onder leiding van Romualdas Gražinis.
De twee stukken op dit album, ‘Last Pagan Rites’, uit 1978 en ‘From the Yotvingian Stone’, uit 1983 zijn oratoria. De eerste schreef Kutavičius voor koor, orgel en hoorns, de tweede voor koor en traditionele instrumenten. ‘Last Pagan Rites’ wordt gezien als een klassiek werk in de Litouwse muziek van de tweede helft van de twintigste eeuw, met name door de opmaat die het vormt voor het minimalisme. In dit stuk, gebaseerd op gedichten van Sigitas Geda zoekt de componist aansluiting bij de eeuwenoude Baltische volkscultuur, bijvoorbeeld door voor de zang terug te grijpen op de ‘Sutartinès’ een vorm van polyfonie, die sinds 2010 zelfs op de erfgoedlijst van Unesco prijkt. Een stijl die wordt gekenmerkt door een intense, ritmische wijze van zingen en met name naar het einde toe krijgt het stuk, mede door de uiterst karige muziek die de zang volledig ondersteunt, een sacrale sfeer. Bijzonder is ook de orgelpartij waar dit stuk mee afsluit.
‘From the Yotvingian Stone’ is een geheel ander stuk en staat nog dichter bij de traditie. Dit oratorium is gebasseerd op in het Yotvingiaans geschreven dichtregels van de zestiende eeuwse dichter Hieronim Malecki (Meletius), aangevuld met teksten van Kutavičius zelf. We horen direct aan het begin opzwepend ritmische percussie van stenen en verderop trommels, een ritmisch meebewegende fluit en stemmen, meer pratend dan zingend, maar altijd in een opzwepende, sterk tribale stijl. Een heel bijzonder stuk, klinkend als een opzwepend ritueel, dat in alles afwijkt wat we bij koorzang gewend zijn. Nog niet op de helft van het stuk slaat de sfeer radicaal om en horen we verstilde orgelklanken, verderop aangevuld met de fluit en primitieve hoorns, waarna op ongeveer tweederde ook het koor invalt. Het heeft veel weg van een ingetogen, ietwat slepende dans.
Het album is te beluisteren en te koop via Bandcamp: