De cello wint nog altijd aan populariteit, zowel binnen de hedendaags gecomponeerde muziek als in de vrije improvisatie en aanverwante stromingen. Opvallend vaak overigens in combinatie met elektronica, zoals drie recente soloalbums aantonen. Maya Fridman, die voor zo ver ik weet zelf niet componeert, koos voor het bij TRPTK uitgekomen ‘Reid’ een vijftal hedendaagse componisten, terwijl Judith Hamann en Lukas Lauermann, beiden cellist en componist, hun eigen muziek opnamen. Hamann bracht ‘Days Collapse’ uit bij Another Timbre, Lauermann ‘I N’ bij Col Legno.
Maya Fridman is zo langzamerhand niet meer weg te denken uit ons muzikale landschap. Met haar overrompelende uitvoerigen en haar eigenzinnige muzikale keuzes heeft zij de laatste jaren een bijzondere reputatie opgebouwd. Zo kan het dus ook gebeuren dat je stukken op haar album herkent van uitvoeringen. Zo klonk ‘Reid – Hagall – Bjarkan’ van de IJslandse componiste Fjóla Evans in 2019 tijdens het Gaudeamus Festival, evenals ‘Heroin’ van Lou Reed, in een arrangement van David Dramm. En natuurlijk, Fridman moet je zien, maar dat wil geenszins zeggen dat dit album niet de moeite waard is. Integendeel, de spanning in het prachtige stuk van Evans komt ook hier, mede dankzij de voortreffelijke opname, volop tot uiting. Bijzonder zijn ook zeker ‘Light is Calling’ van Michael Gordon, waarin we naast een sterk repetitief patroon, weergegeven met behulp van elektronica, een weemoedige cellopartij ontwaren, het zeer melodieuze, zangerige ‘Hell I’ van Giovanni Sollima, waarin het geluid van de cello en de elektronica op een boeiende wijze met elkaar zijn verweven en tot slot het zeer intense en onwaarschijnlijk mooi gespeelde ‘Wake Up…And Die’ van John Taverner.
Hamann stond in haar vaderland Australië bekend als één van de belangrijkste cellisten in de hedendaagse muziek, inmiddels woont ze, zoals zoveel musici, in Berlijn. ‘Days Collapse’ kwam tot stand tijdens een residentie van drie maanden op Suomenlinna, een eiland vlak bij Helsinki, aan het begin van de eerste Coronagolf vorig jaar. De vijf stukken vormen een onlosmakelijk geheel, waarin Hamann de klank van haar cello combineert met opnames van de zee, de wind en de vogels tot een prachtig, contemplatief klanklandschap, de ziel in deze roerige tijden masserend. Ze zegt niet voor niets ergens op het Cd hoesje: “With immense thanks to…the Baltic sea, the wind, the rocks and stones, and all the beloved barnacle geese.”
De Oostenrijker Lauermann beperkt zich evenmin tot één genre. Hij speelt klassieke muziek maar werkte ook samen met mensen als Mark Lanegan, Ken Stringfellow en Hans-Joachim Roedelius. Tevens schrijft hij veel muziek voor theater en film. Na ‘How I Remember Now I Remember How’ uit 2017, is ‘I N’ zijn tweede soloalbum voor Col Legno. ‘I N’ is een doorlopende compositie, bestaande uit 22 korte delen. Ondanks de toevoeging van elektronica blijkt Lauermann in dit stuk een opvallend conservatief componist, met als streven het op gang brengen van een introspectieve houding van de luisteraar. Hiertoe wisselt hij lange, opvallend romantische lijnen af met meer ritmisch repetitieve passages, die aan minimal music doen denken. Op andere momenten vermengt Lauermann de klank van zijn cello met die van de synthesizer, maar ook hier blijft dat introspectieve, harmonieuze voorop staan. Dat levert overeenkomsten op met het album van Hamann, al vind ik die eerste spannender.
Het album van Fridman en stukken van het album van Hamann zijn te beluisteren via Bandcamp. De albums zijn daar ook te koop. Zie voor Lauermann zijn YouTube kanaal.