De Japanse componoste Ezko Kikoutchi is van huis uit organiste. De reden ook waarom ze in 1997 naar Lausanne vertrok om daar te gaan studeren bij Keï Koito. Verdere studies volgden in Krakau en Straasburg. Ze bleef in Zwitserland en studeerde hier uiteindelijk ook compositie. Op het onlangs bij Austrian Gramophone verschenen ‘La Porte’ vinden we drie bewijzen van bekwaamheid.
Kikouchi studeerde overigens niet alleen orgel, ze studeerde ook piano, zang, gregoriaanse zang en contrapunt, een veelzijdige dame dus. Inmiddels is ze al weer zo’n tien jaar actief als componiste en heeft ze al de nodige opdrachten gekregen, met name in Zwitserland en Italië.
Het eerste stuk op dit album is ‘ONIBI’, voor de bijzondere bezetting van saxofoon (sopraan en tenor), accordeon en cello, uitgevoerd door het Trio SAETENWIND. Aan het begin horen we een paar heftige strijkbewegingen op de cello, gevolgd door een korte stilte, een procedé dat Kikoutchi enkele malen herhaalt. Dan komen saxofoon en accordeon in beeld, een subtiele klankwolk producerend. Het zijn deze twee ingrediënten: heftige bewegingen, aanschurkend tegen chaos en melodische, welluidende passages die dit veelzijdige stuk kenmerken, continue is ze daarbij op zoek naar het evenwicht tussen harmonie en spanning, iets waar het zorvuldige gebruik van stiltes beslist aan bij draagt. Wat dit stuk verder boeiend maakt is dat deze instrumenten, die we niet vaak in een trio bij elkaar horen, qua klankkleur bijzonder goed bij elkaar passen.
Eenzelfde spanningsopbouw vinden we terug in ‘L’Aile Suspendue Entre le Ciel et l’Eau, voor solo piano. Een stuk dat prachtig wordt uitgevoerd door Gilles Grimaitre. De compositie valt zonder meer op door contrastrijke opbouw, waarin zeer ingetogen, subtiele passages worden afgewisseld met beduidend heftigere, terwijl ook hier de stiltes weer een grote rol spelen. Tot slot klinkt het orkestwerk ‘MIRAï’, een opdrachtwerk van het Orchestra della Svizzera Italiana, dat het hier ook uitvoert. Mooi aan dit stuk is dat de werkwijze van Kiktouchi hier optimaal tot zijn recht komt. En het is vooral de manier waarop sfeervolle orkestmomenten – waarin we zowel de traditie van de westerse muziek terughoren als haar Japanse wortels – worden afgewisseld met abstracte klanksculpturen, die hier de meeste indruk maakt.
Beluister het album via Spotify: