In deze laatste bijdrage aan de serie over het pianotrio in de jazz komt het nieuwe trio van pianist Aki Takase, bassist Christian Weber en drummer Michael Griener aan bod: ‘Auge’, tevens de titel van dit album. Vrijwel tegelijkertijd bracht Intakt ook ‘Slow Pieces for Aki’ uit, een soloalbum van Alexander von Schlippenbach, Takases levenspartner. Een mooie gelegenheid om ze ook hier samen te brengen.
Griener hoorde Takase voor het eerst in 1982, toen veertien jaar oud, sinds 2007 spelen ze regelmatig samen en tien jaar later introduceerde hij haar bij Weber. Zijn spel beviel haar zodanig dat ze vrijwel direct met dit trio op de proppen kwam, waarvan ‘Auge’ dus het debuut is. We moeten dit trio dan ook volgens Takase zeker niet als haar groep zien, maar als een samenwerking tussen gelijkwaardige partners. Naast een aantal stukken van Takase bestaat dit album, met veertien miniaturen, dan ook voor een groot deel uit improvisaties. Het meest opvallende aan dit album is de diversiteit. Introverte sfeertekeningen, zoals ‘Last Winter’ en ‘No Tears’, waarin Takase haar noten zorgvuldig doseert, omringt met stiltes en Weber en Griener gerichte accenten plaatsen, worden afgewisseld met heftige, vaak behoorlijk abstracte stukken als ‘Drops of Light’, ‘Face of the Bass’ en ‘Out of Sight’ en tot slot met zeer ritmische, dynamische stukken als ‘Are Eyes Open?’, The Pillow Book’ en ‘Calgagno’. Binnen al die diversiteit is er één gemene deler en dat is het samenspel. Wat Takase zegt klopt: dit is echt een trioalbum in de ware zin van het woord, één zoals je het zelden meemaakt. Prachtig zoals Takase, Weber en Griener hier met elkaar de structuur tot in de kleinste details vormgeven en elkaar versterken. Een zeldzaam mooi album.
Het was Takase die Von Schlippenbach op het idee bracht voor ‘Slow Pieces for Aki’. Zij vroeg zich af waarom vrije improvisatie altijd zo heftig is, met zoveel kracht gepaard gaat. Moet het altijd zo zijn? Het zette de pianist aan het denken en aan het componeren, uiteindelijk leidend tot twee dagen in de studio’s van de radio in Zürich, 4 en 5 november 2019. Elf composities en tien improvisaties, die gelden als een soort van commentaar op die composities, bevat dit opmerkelijke album. Opmerkelijk omdat Von Schlippenbach hier de grenzen van zijn gebruikelijke werk ver overschrijdt en de muziek ons vaak eerder doet denken aan hedendaags gecomponeerde muziek dan aan jazz. Opmerkelijk ook omdat deze pianist hier nadrukkelijk de stilte zoekt, kiest voor een spaarzaam gebruik van noten en de klanken de tijd geeft om uit te waaieren. Soms verlaat hij even dit pad voor wat een wat ritmischer intermezzo, bijvoorbeeld in ‘Improvisation V’ en ‘VIII” om daarna weer terug te keren naar de verstilling. Takase kan tevreden zijn.
Van beide albums zijn een aantal stukken te beluisteren via Bandcamp. De albums zijn daar ook te koop: