Een nieuwe serie recensies waarbij we één instrument centraal stellen: de gitaar. En bij wie kun je dan beter beginnen dan bij Django Reinhardt? Half Belg, half Roma, was hij het die in de jaren ’30 en ’40 van de vorige eeuw dit instrument de status gaf die het nog steeds heeft. Hij was de eerste Europeaan die doordrong in de VS en met zijn kenmerkende stijl zo ongeveer iedere gitatist na hem zou beïnvloeden. In 1949 was hij in Rome, samen met de al even legendarische violist Stéphane Grappelli. De sessies kwamen onlangs opnieuw uit op Cd onder de titel ‘Rome 1949’ bij Label Ouest.
Reinhardt en Grappelli, allebei autodidact, leerden elkaar kennen in 1934. Ze speelden meerdere keren samen, het laatst in de Rai Studios in Rome, in januari en februari 1949. Het zou er daarna niet meer van komen en vier jaar later overleed Reinhardt aan een hersenbloeding, slecht 43 jaar oud. Naast deze twee solisten horen we hier een perfecte ritmesectie, bestaande uit pianist Gianni Safred, bassist Carlo Pecori en drummer Aurelio de Carolis. Dit kwintet nam in die dagen ruim zeventig nummers op, waarvan er nog drieënzestig over zijn, een deel heeft de tand des tijds niet doorstaan, die nu op dit driedubbelalbum staan. En in ogenschouw nemend dat dit opnames uit 1949 zijn, klinkt het geheel uitstekend.
Maar het gaat natuurlijk primair om de muziek en die is van een ongekend hoog niveau. Over de techniek van de beide heren zijn boeken volgeschreven, dus dat hoeven we hier niet te gaan herhalen en deze opnames bevatten hiervan voorbeelden te over. Neem inmiddels niet meer te pruimen klassiekers als ‘I Got Rhythm’, ‘Blue Skies’, ‘What is Thins Thing Called Love?’, ‘How High the Moon’ en ‘Lover Man’. En luister dan wat de twee musici hiermee doen. Hier schieten woorden eenvoudig te kort. Wat een techniek, wat een timing en vooral, wat een swing. En zo spelen ze de ene na de andere standard met bewonderenswaardige souplesse en gevoel voor ritme. Of beluister een minder bekende klassieker als ‘Nagasaki’, met twee prachtige uptempo solo’s. Maar we moeten hier ook zeker de begeleiding noemen, vooral pianist Safred vormt menigmaal een bijzonder sterke aanvulling, bijvoorbeeld in ‘Djangology’, de opener van de tweede Cd.
En natuurlijk staan er ook prachtige ballades op deze drie Cd’s. Klassiekers als ‘What a Difference a Day Made’, ‘Stormy Weather’ en ‘I’ll Never Be the Same’ en minder bekende stukken als ‘Vous qui passez sans me voir’. Reinhardt komt hier tot zijn recht, maar Grappelli nog het meest. Want wat kon die man fantastisch emoties verklanken! En natuurlijk klink ook overal die rijke traditie van de Roma cultuur in deze muziek door, gitaar en viool zijn daaruit niet weg te denken. Met name de tweede Cd bevat hier mooie voorbeelden van.