We vervolgen onze serie rondom de trompet in de jazz met portretten van vier musici die op regelgmatige basis dit instrument in een nieuw licht zetten. De eerste is de ook in onze contreien bekende Portugese trompettist Luís Vicente. In een portret in twee delen belichten we vier recente albums van deze altijd weer boeiende en zeer experimenteel spelende musicus. Vandaag aandacht voor het soloalbun ‘Maré’, dat verscheen bij Cipsela Records en voor ‘Unnavigable Tributaries’ dat Vicente voor Mulitkulti Project opnam met bassist Olie Brice en drummer Mark Sanders.
Er zijn niet veel trompettisten die een soloalbum aandurven, maar ook dit is iets waar Vicente zijn hand niet voor omdraait. Sterker nog hij weet in de veertig minuten dat dit album duurt van begin tot eind te boeien. Allereerst met langgerekte, zwevende golven van geluid – geholpen door de geweldige akoestiek van het Convento de Santa Clara a Nova in Coimbra en de dito opname waardoor deze iedere keer wordt gevolgd door een lichte echo. En wat een enorme diversiteit aan geluiden krijgen we hier. Geluiden die we niet direct associeren met die van een trompet, die ons eerder doen denken aan experimentele elektronica. Maar dit komt toch echt allemaal uit die ene trompet! Daarbij zet Vicente alles in wat hij nooit mocht toen hij les kreeg, iets waar mijn collega Kees van de Ven onlangs zo mooi aan referereerde in zijn recensie van dit album bij Draai om je Oren. Terugkijkend op de lessen die deze voormalige trompettist ooit zelf volgde: “Speerpunt was, naast het trefzeker spelen van wat in het lesboek genoteerd stond, alle lucht die je blies in je instrument omzetten in fraai en puur geluid. Niets meer en niets minder.” Laat Vicente dit nu net niet doen. Gelukkig niet, zeggen we dan, want dat is nu net wat zijn muziek zo spannend en boeiend maakt. Door die ‘onzuivere’ frases gaat de muziek pas echt leven, horen we de emoties, de spanning. Zonder meer een pracht van een album.
Op ‘Unnavigable Tributaries’ klinkt Vicente een stuk lyrischer. In opener ‘Côa’ bijvoorbeeld, al kruidt hij ook hier zijn spel op regelmatige wijze. Overigens net als in ‘Tua’, terwijl Sanders en Brice hier hermetisch ritmische patronen produceren, horen we Vincente zich op zijn trompet op creatieve wijze tussen melodie en abstractie bewegen. Ze sporen elkaar hier duidelijk aan tot grote hoogte. Dat Sanders een meer dan bijzondere drummer is, bemerken we in de razende solo in ditzelfde stuk. Bijzonder is ook Vincentes klank in ‘Sabor’. De hoge klank, duidelijk veroorzaakt door het gebruik van een demper en het wah-wah effect maken dit tot een zeer boeiend stuk. Bijzonder zijn ook zeker de zeer experimentele stukken ‘Corgo’ en ‘Tavora’, die zijn soloalbum weer in herinnering roepen. Vincente bespeelt zijn trompet hier afwisselend op zeer onorthodoxe wijze en op wat meer traditioneel melodische, mede dankzij de wederom ritmische structuur uitmondend in twee krachtige stukken.
‘Maré’ is in zijn geheel te beluisteren via Bandcamp, van ‘Unnavigable Tributaries’ zijn een aantal stukken te horen. Beide albums zijn via Bandcamp te koop: