De uit Portland, Oregon afkomstige Daniel Menche is sinds begin jaren ’90 actief in de wereld van de experimentele elektronica. Een bijzonder veelzijdig man die zich niet in hokjes wenst te laten stoppen. Gebruik makend van zowel elektronica, als veldopnames en akoestische instrumenten beweegt zijn muziek zich tussen dark ambient en noise en tussen drones en elektro-akoestisch. Recent bracht hij solo ‘4424‘ uit, deel 5 in de serie MMXX van Matière Memoire; ‘Cuspa Llullu’, samen met Anla Courtis bij Moving Furniture Records en werkte hij mee aan het gelijknamige album van Summer of Seventeen dat verscheen bij Karlrecords.
Het in Brussel gevestigde ‘Matière Memoire’ vroeg dit jaar twintig musici om een nieuw stuk te componeren van rond de twintig minuten. Ze worden per stuk uitgebracht op vinyl. Menche mocht het vijfde deel vullen en ‘4424’ is een bijzonder kleurrijke drone geworden. Als onderstroom horen we industriële geluiden, als versiering de hoge tonen van percussie. Een veelgelaagd en zeer gedetailleerd elektronisch werk waarin we de man zijn vakmanschap zonder meer herkennen.
‘Cuspa Llullu’ is het tweede album dat Menche maakte met zijn Argentijnse collega Anla Courtis, in 2011 verscheen ‘Yaguá Ovy’ bij MIE Music. Dit nieuwe album kwam eveneens uit op vinyl en bestaat uit slechts twee stukken. Courtis begint ‘Sumaq T’ikraq’ met een langzaam wegstervende gitaaraanslag, waarna we Menche horen op percussie en elektronica. De sfeer is duister, de muziek abstract.. Maar de klankrijkdom is bijzonder groot en varieert van donkere wolken tot hoge, metalige geluiden. Halverwege neemt de spanning toe, lijkt het of mijn buurman nog even een schilderijtje aan het ophangen is, terwijl bij mij de wasdroger aan staat. Een spoor van gruis trekken de twee in ‘Achka t’asla’, aangelengd met een brij aan ondefinieerbare geluiden, aaneengesmeed tot een spannend geheel.
In de zomer van 2017 verzamelden Monika Khot, William Fowler Collins en Daniel Menche zich in het huis van Faith Coloccia en Aaron Turner op Vashon Island, in de Amerikaanse staat Washington. Enige dagen daarna legden bosbranden een deel van de natuur van deze staat in as. Vanzelfsprekend beïnvloedde dat de opnames van dit ‘Summer of Seventeen, of zoals Coloccia het uitdrukt: “a kind of doomsday lurking in the background.” Het album werd gearrangeerd door Khot, bekend onder haar alias Nordra en haar bijdrages aan de avant-rock band Zen Mother en vermengt de folk en rock van Coloccia en Turner met de drones van Menche en Collins. Terugkijkend op die dagen zegt Coloccia verder nog: “it seems like we were all sort of anticipating something like this current pandemic happening, although we were thinking about it as fire in the hands of man (literal fire, and also gunfire) that would overturn the normal running of things and reveal the current false beliefs systems holding up most of America.”
Klinken die twee andere albums van Menche al niet echt vrolijk, dit Summer of Seventeen maakt het allemaal nog een slag erger. De zang in ‘Perceived Sligth’ klinkt door zijn vervormingen angstaanjagend en de duistere klanknevels die het vergezellen, maken het al niet veel beter. De spanning is ook voelbaar in ‘Love Without Things’ waarin het kwintet op creatieve wijze veldopnames combineert met noise en een dreigend ritme. ‘Spirits of Redeemer’ heeft iets sacraals door de ambient achtige structuur en de zang, terwijl er tegelijkertijd, mede door het gebruik van noise, een dreiging vanuit gaat. ‘Cultural Orphan’ en ‘Porous Aura’ bezitten, door die combinatie van dark ambient en noise, dezelfde uitwerking op de luisteraar. Tenslotte klinkt het huiveringwekkende ‘Theatre Needs An Audience’. De ietwat mistroostige zang is nog daaraantoe, maar die tandartsboor die er iedere keer tussendoor komt, zet onze zenuwen volledig op scherp. Over doomsday gesproken.
Alle albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar te koop: