De twee Cd’s in dit tweede deel van het portret gewijd aan pianiste Satoko Fujii liggen in elkaars verlengde. Aan het begin van 2020 maakte KAZE, de groep die Fujii vormt samen met echtgenoot Natsuki Tamura en trompettist Christian Pruvost en drummer Peter Orins, een tournee met de in live elektronica gespecialiseerde Ikue Mori. Na afloop betrokken ze de studio voor ‘Sand Storm’. En toen ging ook Amerika op slot ten gevolge van Covid-19 en zat iedereen thuis. Nieuwe wegen zijn dan nodig en ‘Prickly Pear Cactus’ van Mori, Fujii en Tamura kwam dan ook geheel online tot stand.
En een zandstorm krijgen we hier, direct in ‘Rivodoza’. De start van een wel heel experimenteel album, waarin het primair gaat om de schoonheid van klank. De beide trompettisten, de elektronica en de overduidelijk geprepareerde piano worden hier gezamenlijk ingezet voor een briljante klanksculptuur. Dit nummer raakt in alles aan de wereld van de experimentele elektronica en doet aanvankelijk in vrijwel niets meer denken aan jazz. Dat verandert tegen het einde als een melodisch patroon zich tussen het experiment wurmt. Het lange ‘Kappa’ is al even experimenteel. De eerste minuten is het net alsof we in een bos lopen, waar we louter de wind en de dieren horen. Pas in de vierde minuut krijgt het nummer, middels een trompetsolo van ruim drie minuten, wat meer gewicht. Het blijkt de opmaat tot een patroon waarin meer melodieuze fragmenten worden afgewisseld met boeiende klanksculpturen. De zandstorm doemt weer op in ‘Under the Feet’, terwijl we in het wederom lange ‘Noir Poplar’ en ‘Noir Soir’ weer die afwisseling tussen melodieus en abstract krijgen, met als hoogtepunt in het laatste stuk de Japanse monoloog van Tamura.
‘Prickly Pear Cactus’ ontstond dus door het elkaar toesturen van geluidsbestanden en het daarop reageren. Je ziet het aan de binnenkant van de Cd gevisualiseerd: Fujii en Tamura, die de energieke klankbrij van Mori aan het begin van het titelstuk beluisteren en hierop een passende bijdrage formuleren. Over en weer ging dit proces met dit album tot gevolg. Vergelijken we ‘Prickly Pear Cactus’ met ‘Sand Storm’ dan is er niet eens zo veel verschil. In beide albums is sprake van een boeiende afwisseling tussen melodische, ritmische passages enerzijds en vergaande abstracties, klanksculpturen anderzijds. Zo horen we in ‘Overnight Mushroom’ prachtige drones, waarin we zowel de elektronica van Mori herkennen als de snaren van Fijii’s piano, maar ook een melodie gespeeld op de toetsen. Bijzonder zijn in dit verband ook ‘In the Water’ en ‘Turning’. Fujii klinkt hier bijna klassiek, met ragfijne patronen. Iets dat schitterend afsteekt tegen de vreemde geluiden die door de elektronica en de trompet worden gemaakt.
Beide albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: