Herbert Howells – Piano Music, Volume 1 (CD Recensie)

Een paar maanden geleden besprak ik hier de ‘Missa Sabrinensis’ van Herbert Howells, in mijn serie over hedendaagse koormuziek. De in 1983 overleden Howells geldt nog altijd als één van de belangrijkste Engelse componisten in dat genre. Een genre waarin hij excelleerde, maar waar hij zich niet toe beperkte. Hij schreef ook een aantal stukken voor orkest, kamermuziek en solomuziek voor de piano. Matthew Schellhorn zette een eerste deel hiervan onlangs in voortreffelijke uitvoeringen op Cd voor Naxos.

Met Schellhorn maken we op dit album een reis door Howells’ oeuvre. Het oudste stuk, ‘Summer Idyls’ dateert uit 1911, Howells is dan 19 jaar en het meest recente stuk, ‘Petrus Suite’, voltooide hij in 1973, op 81 jarige leeftijd, waarna hij nog tien jaar zou leven. Maar laten we terug gaan naar het begin, 1910. Het jaar waarin Howells het Worcester Three Choir Festival bezoekt – waar hij later die ‘Missa Sabrinensis’ voor zou schrijven – en dat hem zo in zijn wezen raakt dat hij ter plekke besluit componist te worden. Hij zet nu alles op alles om een beurs te krijgen voor het Royal College of Music in Londen, wat hem in 1912 lukt. Als onderdeel van zijn portfolio dient het eerder genoemde, uit zeven delen bestaande ‘Summer Idyls’. Natuurlijk is dit een stuk van een beginnend componist, maar toch: Howells weet in deze poëtische cyclus prachtig de sfeer van de zomer op het Engelse platteland te verklanken, zich intussen schatplichtig betonend aan de romantische pianoschool.

Matthew Schellhorn

In diezelfde tijd ontwikkelt Howells een voorliefde voor de contemporaine Franse muziek van Claude Debussy en Maurice Ravel, getuige het uit 1917 stammende ‘Phantasy’ en ‘Harlequin Dreaming’ van een jaar later. Met name de invloed van Ravel horen we hier terug, maar dan wel op geheel eigen wijze verwerkt. In 1928 maakt Howells kennis met de clavichord, een vrij onbekend instrument uit de zeventiende / achttiende eeuw wat qua geluid wel wat wegheeft van een luit. Het instrument brengt hem bij de Engelse Renaissance en een voorliefde voor de dansmuziek van die tijd, iets dat je ook al terughoort in het hierboven genoemde ‘Harlequin Dreaming’, maar ook in het uit 1949 stammende ‘My Lord Harewood’s Gaillard’ en het van 1956 daterende ‘Finzi ‘His Rest’.

Reeds in 1920 gaat Howells lesgeven aan het instituut waar hij kort daarvoor zelf was afgestudeerd: The Royal College of Music. Hij zou er bijna 60 jaar blijven, tot hij eind jaren ’70 van de vorige eeuw vanwege zijn gezondheid moest stoppen. ‘Siciliana’, uit 1958, ‘Pavane and Gaillard’ uit 1964 en die eerder genoemde ‘Petrus Suite’ behoren bij de stukken die hij schreef als lesmateriaal voor de pianoklas. Wat hierbij opvalt is dat Howells, met name in ‘Pavane and Gaillard’ en die ‘Petrus Suite’ steeds meer op zoek gaat naar de essentie en steeds minder noten gebruikt om zich uit te drukken. En het is vooral hier dat Schellhorn excelleert.

Beluister hier ‘Harlequin Dreaming’ en ‘Finzi ‘His Rest’: