Onder de titel ‘If There Were Water’ verzamelde het vocaal ensemble The Crossing voor Innova Recordings een tweetal stukken waarbij de componisten, Stratis Minakakis en Gregory W. Brown zich lieten inspireren door zeeën en rivieren. Daarmee hebben we dan ook direct de enige overeenkomst, want Minakakis refereert voor zijn ‘Crossings’ Epigrams’ aan de Syrische vluchtelingen die de oversteek waagden naar het Griekse Lesbos, terwijl Brown dichter bij huis blijft: De Swift River Valley vlak buiten Boston.
Met de Syrische vluchtelingen op Lesbos zijn we inmiddels vertrouwd. De beelden hebben we allemaal gezien. Minakakis was er echter in 2015 ooggetuigen van en hij wendde zich tot de oude Griekse tragedieschrijvers om het leed letterlijk een stem te geven. Middels korte fragmenten uit Homerus’ ‘Odyseus’, Sophocles’ ‘Oedipus in Kolonos’ en Euripides’ ‘Trojaanse vrouwen’. Tussen de eerste twee epigrammen en de derde voegde hij twee stukken toe met fragmenten uit T.S. Eliot’ ‘The Waste Land’, onder de titel ‘Crossings’. De epigrammen worden gezongen in het Grieks, Eliot vanzelfsprekend in het Engels, maar de stijl van alle vijf de fragmenten is vergelijkbaar. Ze hebben iets zeer klagelijks, met name door de stembuigingen en de heel bijzondere zangtechniek. Het geheel klinkt dan ook zeer intens, met een bijna religieuze uitstraling. Helemaal conform het thema dus. Daarbij trekt Minakakis de tekst eindeloos op en laat de vocalisten ieder woord eindeloos herkauwen. Om u een voorbeeld te geven: het eerste ‘Crossings’ duurt zes minuten terwijl dit de gezongen tekst is:
“…if there were water…
If there were water
And no rock
If there were rock
And also water.”
Voor ‘un/bodying/s’ nam Brown als gezegd de Swift River Valley in west Massachusetts als uitgangspunt en daarmee teksten van Todd Hearon. Die vallei dient sinds 1895 als waterreservoir voor het steeds verder uitdijende Boston en in deze cyclus staat Brown dan ook stil bij hoe cultuur het landschap beïnvloedt. In het eerste deel, ‘The Meeting of the Waters’, horen we direct wat deze gehele cyclus kenmerkt: Het is een zeer coherent, melodieus stuk, waarin de eeuwenoude traditie van koorzang overtuigend doorklinkt. Brown maakt daarbij uitgebreid gebruik van de diverse stemtypes en klankkleuren en hij wendt een grote diversiteit aan zangtechnieken aan om zijn doel te bereiken. We horen unisone koorzang, polyfone zang en solozang met begeleiding, terwijl ingetogen zang en dramatische expressie elkaar hier prachtig afwisselen.
Het uit Philadelphia, Pennsylvania afkomstige kamerkoor The Crossing richt zich inmiddels meer dan een decennium exclusief op hedendaags gecomponeerde muziek en dit album past hier dan ook perfect bij. Het ensemble brengt de twee stukken met veel enthousiasme en grootse zangkwaliteit. Kortom, een meer dan boeiend album.
Beluister hier het eerste ‘Corssings’ Epigram’ en ‘Crossings I’: