STUK, Leuven – 14 oktober 2018
Als eerste festival in België sloot Het Transit Festival zich onlangs aan bij Keychange, “een initiatief dat festivals verenigt die zich engageren om tegen 2022 enkele duidelijke doelstellingen voor de aanwezigheid van vrouwelijke artiesten te realiseren. Concreet betekent dat dat wij ons ertoe verbinden om tegen 2022 de helft van de compositieopdrachten aan vrouwen te geven”, aldus artistiek directeur Maarten Beirens in het programmaboek. Een nobel streven.
Ze zijn op de goede weg daar in Leuven: In 2016 telde ik 5 vrouwelijke componisten op de 22, vorig jaar 9 op de 28 en nu wederom 9, maar op een totaal van 24 componisten. Dat zegt natuurlijk niet alles. Het gaat ook om de lengte van de stukken en het kwalitatieve gewicht. Op dat vlak kan nog wel wat beter. De echt substantiële stukken, nieuw werk van James Dillon, Michael Finnissy en Anthony Vine, maakten wederom de meeste indruk.
Op de zondag waren het vooral vrouwelijke musici die de uitvoeringen verzorgden. Iets wat natuurlijk evengoed een stap vooruit is. Zo bestaat Lyrisch Laag, een initiatief van basklarinettiste Fie Schouten, tijdens dit concert louter uit vrouwelijke musici, mede basklarinettiste Marij van Gorkom, celliste Eva van de Poll en contrabassiste Beltane Ruiz Molina. Zij brengen, mede als onderdeel van het Basklarinetfestijn een drietal nieuwe stukken. Het meeste indruk maakt daarbij ‘Tussen Rede en Gevoel’ van Michael Finnissy. We horen in eerste instantie los van elkaar staande klanken die de beide, ogenschijnlijke polen rede en gevoel verklanken. Gaandeweg lopen ze echter in elkaar over en ontstaat een boeiende synthese tussen rede en gevoel, maar ook tussen de klanken van de vier instrumenten. Boeiend om te horen is hoe optimaal Finnissy de klankkleuren van de diverse instrumenten benut en zo deze krachten met elkaar in evenwicht brengt. Geslaagd is ook zeker ‘4 Fragments’ van Frederik Neyrinck. Het stuk bestaat uit vier miniaturen voor basklarinet en contrabas waarin de twee instrumenten steeds in een andere verhouding tot elkaar staan, qua klank maar ook letterlijk door de twee musici telkens van positie te laten wisselen. Zo staat in de eerste scène de bassist vooraan en neemt deze ook de leiding, daarachter vinden we de basklarinet die als het ware ondersteuning biedt. In de tweede scène staan de musici naast elkaar en horen we de instrumenten ook veel meer in een wederzijdse uitwisseling, als in een geanimeerd gesprek. Boeiend is ook het laatste fragment waarin de musici tegenover elkaar plaatsnemen en de klanken met elkaar interveniëren. ‘Black Sand’ van Georgia Nicolaou komt wat minder goed uit de verf. Haar herinneringen aan een plek op IJsland heeft ze verklankt in een aantal muzikale fragmenten die niet echt samenhang vertonen, sterker nog: niet bij elkaar passen. Hier mag nog eens kritisch naar gekeken worden.
Quatuor Bozzini brengt ook hier met het Dudok Kwartet en BL!NDMAN [strings] het nieuwe stuk van Anthony Vine, ‘The Innocence of Trees’. We stonden er reeds uitgebreid bij stil aan de hand van de première tijdens Gaudeamus Muziekweek. Wederom maakt het stuk indruk al kan het nu niet profiteren van de prachtige akoestiek van de Geertekerk. Quatuor Bozzini speelt verder een nieuw stuk van Stefan Van Eycken, ‘Landscape with absent figures’, dat eveneens niet geheel overtuigt. Prachtige muzikale momenten, met name door de afwisseling tussen gestreken noten en pizzicato spel zijn niet genoeg om van begin tot eind te boeien. Het stuk wil ondanks de mooie klanken, het fragiele spel, de ietwat ijle klanken, maar geen eenheid worden.
Tot slot horen we in het slotconcert ‘Nice Guys Win Twice’ van Jessie Marino. Of eigenlijk moeten we zeggen ‘zien we’. Dit stuk van de uit New York afkomstige Marino is meer een performance dan een muziekstuk. Laten we voorop zetten dat het Deense Scenatet zijn uitstekende best doet om dit complexe stuk voor het voetlicht te brengen. Dat het desondanks niet slaagt, ligt dan ook niet aan hen. In het eerste deel staat beweging centraal, non-verbale communicatie, mimiek. Het ziet er aanvankelijk leuk uit, maar het duurt lang, te lang, waardoor je als kijker je gaat afvragen waar dit in hemelsnaam over gaat. In het tweede deel wordt de verwarring nog groter. Met behulp van witte kartonnen dozen waar beelden op worden geprojecteerd, een leuke vondst, levert Marino kritiek op onze tijd. Althans dat is wat je zo nu en dan oppikt tijdens deze zeer verwarrende scène. Het gaat over de Amerikaanse politiek. Het door Trump zo graag gebezigde ‘Shithole” komt voorbij, maar verder blijft het onduidelijk. Dat komt vooral doordat Marino haar uitvoerders laat praten in zinnen zonder klinkers. Een metafoor voor de taal van politici die evenmin iets zinnigs zeggen? Zo mistig als deze twee delen zijn, zo dik legt Marino het er bovenop in het derde deel. Ze projecteert vissen in de zee te midden van koraal, naast een plastic vis aan een hengel in een vissenkom. De spelers duwen intussen de dozen, voorzichtig met de projectie meegaand, over het podium, begeleid door nietszeggende muziek. Ook dit minutenlang. Tot slot betreden de spelers het podium met ballonnen in de vorm van vissen. Maar dat is dan gelukkig ook het laatste.
Het mag de pret geenszins drukken, ook deze editie van het Transit Festival was weer zeer geslaagd.